29 Januari 1937.
63
deze post, waarop in 1935 ondanks raming geen uitgaaf
is geboekt, thans verhoogd moet worden.
De Voorzitter licht toe, dat deze post bij de be-
drijven nader is berekend en gebleken is dat de ge-
dachte verdeeling niet juist was, waarom deze post
verhoogd is, om daardoor een zuiverder regeling te
krijgen.
De begrooting voor het Electriciteitsbedrijf wordt
vervolgens zonder hoofdelijke stemming ongewijzjgd
vastgesteld.
Door den Voorziter wordt aan de orde gesteld de
begrooting voor den
Reinigingsdienst
voor 1937, op den gewonen dienst aan baten en lasten
een totaal bedrag aanwijzende van f 57.665.en op
den kapitaaldienst aan inkomsten en uitgaven van
f 1550.-
De heer Kromhout is het opgevallen, dat post 14
in voorgaande jaren lager werd geraamd. Spreker vraagt
of dit speciaal bij den Reinigingsdienst noodigis.om-
dat hij bij de ramingen voor de Qas-, Duinwater- en
Electriciteitsbedrijven voor soortgelijke posten geen
verschil heeft opgemerkt.
De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt, dat
speciaal bij den Reinigingsdienst een aantal jongge-
trouwde menschen werken, waarmede bij dezen post
rekening is gehouden, in verband met kinderzegen.
De heer Kromhout heeft bij de begrooting van
Openbare Werken hetzelfde verschijnsel gezien. Spre-
ker is door het antwoord van den Wethouder nog niet
bevredigd en vraagt waarom deze posten zoo hoog
geraamd worden.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt dat inderdaad
aan dezen tak van dienst 5 jonge menschen werken
en hij geen andere verklaring voor hoogere raming
van dezen post kan geven.
De heer Rijkes brengt hulde aan den directeur van
het bedrijf, voor de wijze waarop hij de onkosten zoo
laag houdt.
De begrooting voor den Reinigingsdienst wordt