29 Januari 1937. 71
De lieer Kroinhout verzoekt aanteekening, geacht
te worden tegen dezen post te hebben gestemd^
Volgno. 301. Subsidie Vrijwillige Heemsteedsche
Burgerwacht.
De lieer Jonckbloedt vraagt, waarom deze post met
f 300.is verlaagd. Spreker heeft gehoord, dat de
Burgerwacht niet veel meer beteekent en dat er zoo
ongeveer haast geen leden meer zijn, die aan de oefe-
ningen deelnemen. Zou het niet practischer zijn, indien
de Burgerwacht zich aansloot bij de Haarlemsche
Burgerwacht, vraagt spreker.
De Voorzitter zou dit laatste zeker willen ontraden.
De Burgerwacht moet men als een plaatselijk instituut
beschouwen. Spreker wil niet ontkennen, dat de Bur-
gerwacht momenteel een periode van verandering
doormaakt. Misschien gaat het daarna beter. Financi-
eel staat de Burgerwacht er echter ook beter voor,
hetgeen wel blijkt uit liet feit, dat men de subsidie
over het tweede halfjaar 1936 nog niet heeft opgevraagd.
De lieer Jonckbloedt vraagt, of er wel eens een
proefmobilisatie wordt gehouden.
De Voorzitter antwoordt hierop ontkennend. De
kern van actieve leden is heel klein, doch men hoopt
dat er dit jaar een grootere kern zal komen.
De heer Meeuwenoord vraagt of het gevaar niet
aanwezig is, dat de Burgerwacht zicli niet voldoende
kan ontplooien, indien de subsidie wordt verminderd.
Spreker zou daaraan uiet willen medewerken, terwijl
hij van meening is, dat de Voorzitter toch wel erg
goed op de hoogte zal zijn met alles wat de Burger-
wacht betreft en om die reden toch wel alle inlich-
tingen zal kunnen geven.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat de financieele
omstandigheden, waarin de Burgerwacht na de ver-
laagde subsidie komt te verkeeren, niet van dien
aard zullen zijn, dat zij in haar werkwijze belemmerd
wordt. Spreker's contact met de Burgeiwacht bestaat
alleen hierin, dat hij den Commandant benoemt en
dat de Burgerwacht in tijd van nood te zijner be-
schikking staat.
De heer Meeuwenoord vraagt of de Voorzitter zich