86
29 Januari 1937.
Volgno. 376. Jaarwedden en wedden der onder-
wijzers.
Bij dit volgnummer wordt door den Voorzitter aan
de orde gesteld het ontwerp-besiuit, in de gedrukte
stukken opgenomen onder volgno.
7. Onderwijzend personeel.
De heer Disselkoen heeft zoo juist van den Voor-
zitter vernomen dat de Raad een verkeerd inzicht
zou hebben in de bezoldiging van den kweekeling
met akte in verhouding van de bezoldiging van een
onderwijzer. De Voorzitter heeft dit echter met een
zoodanig voorbeeld geïllustreerd, dat het inderdaad
bijna waar is, doch dergelijke menschen werden vroe-
ger geplaatst in Lutjebroek e. d. gemeenten. In Heem-
stede had men altijd de keuze uit de besten van de
besten. De vraag is of deze keuze behouden kan blij-
ven, indien de Raad het voorstel van Burgemeester
en Wethouders aanneemt. Spreker is er van overtuigd
dat men den weg tot die keuze afsnijdt, en dat acht
spreker niet in het belang van het openbaar, noch
van het bijzonder onderwijs. De Voorzitter heeft verder
nog opgemerkt, dat met dezen maatregel niemand
wordt gedupeerd, omdat hij pas bij een vacature wordt
geîroffen en niet eerder. Dit mag waar zijn bij het
openbaar onderwijs, doch bij het bijzonder onderwijs
niet, want daar worden wel degelijk automatisch en
wel 3 boventallige leerkrachten na een jaar ontslagen.
Spreker begrijpt niet, waarom Burgemeester en Wet-
houders toch zoo aan dit voorste! vasthouden, vooral
omdat die bezuiniging nti toch niet direct ingaat. De
Raad besluit er toch ook vanavond niet toe, om over
een paar jaar over te gaan tot verlaging van den gas-
prijs. Laat men liever besluiten iets te doen, indien
de vacature er eenmaal is. Spreker blijft van meening
dat Burgemeester en Wethouders verstandig doen om
dit voorstel nu terug te nemen en zijn zij daartoe niet
bereid, dan hoopt spreker dat de Raad dit zal doen.
De heeren Van der Erf en Van der Linden kunnen
zich geheel bij het betoog van den heer Disselkoen
aansluiten.
De heer Kromhout acht naast het bezwaar, dat
ook de heer Disselkoen ontwikkelde ten aanzien van
het bijzonder onderwijs, het uitzichtlooze voor den
