29 Januari 1937.
87
kweekeling met akte, die na 5 iaar nog slechts
f 1000.ontvangt.
De heer Voors zegt, dat, indien hij goed is inge-
licht er geen gevaar behoeft te worden geducht, dat
men uit de kweekelingen met akte geeti goede keuze
zou kunnen maken. De gemeente Heemstede zal dan
ook zonder eenigen twijfel nog een goede keuze kun-
nen doen. Van verslechtering van het onderwijs be-
hoeft dan ook geen sprake te zijn. Het scherpe kantje
hebben Burgemeester en Wethouders er al afgenomen,
door de maatregel op te schorten tot bij een vacature!
De heer Audretsch heeft ook zijn licht over deze
zaak opgestoken en alle gezichtspunten in aanmerking
genomen, acht spreker dit voorstel zeer couiant.
De Voorzitter is ook niet van meening, dat dit
voorstel een nadeeligen invloed zal hebben op het
onderwijs. Men moet dit voorstel zien in het kader
van de financieele maatregelen die getroffen moeten
worden om de financiën in evenwicht te houden. Als
er straks een vacature is, moeten Burgemeester en
Wethouders weten, waaraan zij zich te houden heb-
ben. Het is waar, dat de bezuiniging nu nog niet
zooveel te beteekenen heeft, doch later, als de maat-
regel is doorgewerkt, wel.
De heer De Tello vraagt, of de Voorzitter het niet
een beetje het omdraaien van het gezag van Burge-
meester en Wethouders en den Raad vindt, indien
men de beslissing overlaat aan den betrokkene zelf.
Spreker is van meening, dat het prestige van den
Raad en van Burgemeester en Wethouders hier op
het spei staat. Het gemeentebestuur moet zijn te treffen
maatregelen niet afhankelijk gaan stellen van zijn
ambtenaren.
De Voorzitter kan iets voor dit standpunt voelen
en stelt vervolgens aan den Raad voor, zich uit te
spreken over het al of niet aanvaarden van het insti-
tuut van kweekelingen met akte.
Met 8—6 stemmen wordt vervolgens besloten dit
instituut niet te aanvaarden.
Voor stemden de heeren Audretsch, Van Lent, Mr.
von Meyenfeldt, Voors en de Wethouders Dr. Droog
en Jhr. van de Poll.