29 Januari 1937.
9
taten van deze melkverstrekking, zegt spreker, dat het
zeei moeilijk is, oin uit te maken, vvaar de resultaten
van een proefneming van enkele maanden, zoo zij al
tastbaar zijn, vandaan komen. Spreker durft dan ook
niet te zeggen, of de schoolartsen bereid zijn, hierover
cen rapport samen te stellen. Het gezond verstand
zegt echter, dat deze maatregel een gunstigen invioed
moet hebben op den gezondheidstoestand'van de kin-
deren. Later kan altijd nog onder oogen worden ge-
zien, om een billijke vergoeding te geven voor de
schoolvoeding op de bijzondere scholen.
De heer Mr. von Meyenfeldt zegt, dat de heer
Kromhout nooit zal kunnen volhouden, dat spreker er
geen bezwaar tegen heeft, dat aan de schoolkinderen_/-~^
geestelijk voedsel wordt verstrekt. Wij moeten er allen 7^—
voor oppassen, zegt spreker, niet op het verkeerde X /aT\
spoor te komen en dat kan iedereen. Inderdaad zegt
spreker dat artikel in „De Magistratuur" te hebben
gelezen, doch ook aan andere bronnen heeft spreker
zijn meening getoetst. Spreker's leermeester, Prof. Fa-
bius, heeft in „Studiën en Schetsen" aan dit onder-
werp verschillende artikelen gewijd en dan houdt
spreker zich liever aan het „principiis obsta". Begin-
selen werken altijd door, ook verkeerde. Als de kin-
deren bijvoeding noodig hebben, laat men die dan aan
de ouders geven.
De Voorzitter zegt, dat de ouders zelf, persoonlijk
toestemming moeten geven voor deze melkverstrekking.
Burgeineester en Wethouders doen dat dus niet op
eigen houtje.
De heer Van der Erf is wel erg bevreesd, datindien
aan de ouders geld wordt gegeven, dit geld voor an-
dere doeleinden, bijv. voor huishuur of belasting wordt
aangewend inplaats van voor melk.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
vervolgens in stemming gebracht en aangenomen met
12—1 siemmen. Tegen het voorstel stemde de heer
Von Meyenfeldt.
VI- Qeldleening.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte
stukken onder volgn0.: