98
3 Februari 1937.
Vöör het voorstel stemden de heeren Audretsch,
Rijkes, Jonckbloedt en Van Lent.
Tegen het voorstel stemden de heeren Van der Erf,
Van der Linden, Meeuwenoord, Mr. von Meyenfeldt,'
Voors, De Tello, Disselkoen, Kromhout en de Wet-
houders Jhr. van de Poll en Dr. Droog.
De heer Rijkes vraagt of Burgemeester en Wethou-
ders nog eens overwogen hebben om over te gaan
tot invoering van de Rijkssteunregeling en tot welke
resultaten dtt heeft geleid.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat Burgemeester
en Wethouders dit zeer zeker hebben overwogen.
Burgemeester en Wethouders wisten echter ook, dat
de Raad nog onlangs een voorstel van Burgemeester
en Wethouders, om tot de invoering van de Rijks-
steunregeling te geraken, hebben verworpen.
De heer Rijkes vraagt, welke de gevolgen zijn van
de invoering van de Rijkssteunregeling.
De Voorzitter zegt, dat de gemeente dan voorsub-
sidie in aanmerking zou komen tot een bedrag van
ongeveer f 30.000.—hoewel dan voor dit jaar dat
bedrag minder zou zijn. De steunbedragen en de uit-
keeringen zouden echter aanzienlijk worden verminderd.
De lieer Rijkes vindt het jammer, dat Burgemeester
en Wethouders al deze consequenties niet in een
aparte nota hebben vervat en ter kennis hebben ge-
bracht van den Raad.
De Voorzitter zegt, dat nien wel van alles bij de
stukken kan voegen. Als een raadslid bepaalde inlich-
tingen vraagt, kan hij deze krijgen.
De heer Van der Linden zegt, dat niet bezuinigd
mag worden ten koste van degenen die het 't minst
kunnen missen. Een belangrijk ding vergeet de heer
Rijkes, n. 1. dat invoering van de Rijkssteunregeling
verhooging van de arnioede beteekent in vele gezinnent
De heer De Tello zegt, dat Burgemeester en Wet-
houders toch zeker geen verwijt verdienen; immers,
nog geen 3 maanden geleden is deze aangelegenheid
uitvoerig in den Raad besproken. Het zou toch wer-
kelijk kinderenwerk zijn, om die zaak nu weer te be-
spreken.