3 Februari 1937. 93
1934 f 91.688.53
1935 f 108.794.72
1936 f 172.026.70
dit beteekent dus eene uitgave per man en per
jaar over:
1934 f 91.688.53 197 f 465.—
1935 f 108.794.72 222 f 490,—
1936 f 172.026.70 290 f 593.—.
Nu weet toch iedereen, dat er, zij het dan ook in
geringe mate, een economisch herstel is waar te ne-
men; men kan in de dagbladen lezen dat het aantal
werkloozen in dalende richting is, een zeer beschei-
den en gematigd optimisme is dan z.i. ook niet on-
gerechtvaardigd.
Spreker wil ook nog wijzen op de door vele Bur-
gemeesters, zoowel van groote als kleine gemeenteri,
gehouden Nieuwjaarsreden en tevens tegelijk ook van
de Voorzifters van de Karners van Koophandel. Spre-
ker heeft hier bij zich de Nieuwjaarsrede van Dr.
Fentener van Vlissingen, Voorzitter van de Kamer van
Koophandel in Utrecht, die o.ni. zegt: „Eene econo-
mische verbetering is deugdelijk waar te memen" enz.
Een uitspraak van zoo iemand heeft dan ook meer
dan gewone beteekenis. Spreker bevindt zichdusvoor
deze materie in goed gezelschap.
Spreker neemt nu aan, dat het aantal werkloozen
dat in 1936 gemiddeld 290 per maand is geweest,
voor onze gemeente in 1937, ondanks bovengenoemde
uitspraken, een gemiddelde per maand van 300 zal
bedragen, dus ten opzichte van 1936 nog eene stijging
van klein 5%. En nu begrooten Burgemeester en
Wethouders voor 1937 eene nadere uitgave van
f 176.000.wat dus eene uitgave beteekent van
f 176.000.300 f 590.per man per jaar.
Deze verhoudingscijfers in de afgeloopen drie jaren
en voor 1937 zijn dus:
voor 1934 f 465.per-man en per jaar.
1935 f 490.
1936 f 593.
1937 f 590,—
Ook Burgemeester en Wethouders taxeeren dit be-
drag voor 1937 lager, we gaan dus in de goede rich-
ting, doch voor hem te bescheiden.
