130
4 Maart 1937.
betoogen, dat onze werkverschaffing geen enkele so-
ciale beteekenis had, en dus niet deugde, omdat werk-
verschaffing nu eenmaal een sociale inaatregel behoort
en ook bedoelt te zijn.
Nu kau natuurlijk de Wethouder zich wel eens ver-
gissen, maar de Raad kent dit lid van het Coliege
toch als iemand, die de onderwerpen, die hij te be-
handelen heeft, pleegt te beheerschen, zoodat hij zeker
niet jaar na jaar een standpunt zou innemen, als dat
niet gefundeerd was. Anderzijds vleit spreker zich toch
met de hoop, dat de Raad ook hem niet zal verslijten
voor een zoo grooten dwaas, dat hij keer na keer en
jaar na jaar aan een standpunt zal blijven vasthouden,
zonder zich er bij voortduring van te vergewissen, dat
hij daarmede vasten grond onder de voeten had.
Spreker kan zich dan ook levendig voorstellen, dat
het soinmige raadsleden bij dit voortdurend botsen
van volkomen tegenovergestelde beweringen is gaan
duizelen, en dat vooral die raadsleden, wier interessen
meer naar andere onderwerpen uitgaan, tenslotte hur>
beîangstelling voor dit geschilpunt hebben voelen
verflauwen.
Vandaar dat spreker, na de discussies over het laatste
werkverschaffingsvoorstel in den loop van den vorigen
zomer, zichzelf heeft voorgenomen, over onze Heem-
steedsche werkverschaffing, over de contra-praestatie,
°ver de zesdaagsche, niet meer te spreken, totdat er
iets veranderd zou zijn.
Welnu, er is iets veranderd, er is gelükkig zelfs heel
vee! veranderd. Er is zelfs zooveel veranderd, dat wij
elkaar bij de jongste begrootingsdebatten moesten voor-
houden, dat 1937 nog geen gouden jaar zou zijn. Zoo
zeer leefde dus bij allen het bewustzijn, dat er een
keer gekomen v/as in de economische vooruitzichten,.
dat het alleen nog maar ging over meer of minder
optimisine, maar voor het pessimisme van vorigejaren
zagen wij geen van allen meer reden.
Intusschen is de, uiteraard nog aarzelende opleving
in het Nederlandsche bedrijfsleven geenszins tot
nieuwen stilstand gekomen. Integendeel. Juist vandaag
brengen de couranten het bericht van een loonsver-
hooging in de mijnen, mogelijk gemaakt en toegestaan
op grond van de betere bedrijfsuitkomsten. Meer en
beter dan iets anders teekent dit woord loonsverhoo-
ging wat er veranderd is. Voor een heele generatie