1 April 1937.
145
De heer Dr. Droog', Wethouder, zegt, dat er prijs
op werd gesteld om de groote Iandelijke organisaties
in de Commissie van Overleg te behouden. Indien
het aantal leden van een organisatie grooter dan 5
zou moeten zijn, om vertegenwoordigd te kunnen zijn
in deze Commissie, dan zou inderdaad de vrees kun-
nen bestaan, dat een organisatie uit het Overieg zou
moeten treden, zoodra haar ledental met 1 zou ver-
minderen.
De heer Van Unen kan zich na deze toelichting
met dit ontwerp-besluit vereenigen.
Dit ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoof-
delijke stemming onveranderd vastgesteld.
VIII. 7e Wijziging Algemeene Politieverordening.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in
de gedrukte stukken onder volgn0,:
38. 7e Wijziging Algemeene Politieverordening.
De heer De Tello heeft geen bezwaar tegen deze
verordening; doch vraagt zich af, of men met de
voorgestelde redactie wel kan bereiken, wat men be-
oogt. Het is niet voidoende, dat men proces-verbaal
op kan maken, doch men moet de desbetreffende
materialen ook in beslag kunnen nemen. Er moet dan
ook een onderscheid worden gemaakt tusschen het
„vervoeren" en het „bij zich hebben". Beter is het
dan ook, dat men tevens verbiedt, het vervoeren van
deze materialen, om zoodoende bijv. te kunnen ver-
hinderen, dat men den rijksweg tusschen Amsterdam
en 'sGravenhage gaat benutten voor het aanbrengen
van verkiezingsleuzen. In dit verband stelt spreker
voor, om artikel 1 te splitsen en sub 2 in te voegen;
„het is verboden, deze materialen op de sub a ge-
noemde tijden te vervoeren". Men verbiedt dan tevens
het vervoeren van deze materialen, ook al worden
deze in een andere gemeente gebezigd.
De Voorzitter acht deze aanvulling overbodig, om-
dat het „zich bevinden met" ook omsluit het „ver-
voeren". Indien men hier n.l. op den openbaren weg
wordt aangetroffen, met de materialen, genoemd in
deze verordening, dan is men er op z'n Hollandsch