29 April 1937. 159 De Voorzitter antwoordt liierop ontkennend. De heer Rijkes kan zich alsdan met deze verorde- ning die vervolgens met inachtneming van het door den heer Mr. von Meyenfeldt voorgestelde amendement zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld, niet vereenigen. VI Verordening op de heffing en invordering van retributiegeld. Het voorstel met de ontwerp-besluiten is opgeno- men in de gedrukte stukken onder volgn 47. Verordening op de heffing en invordering van retributiegeld. De Voorzitter verwijst naar de adviezen van de Financieele Commissie en de Onderwijs-Commissie. De heer Disselkoen zegt, dat deze verordening een uitvloeisel is van een wettelijke regeling. Spreker had het billijk gevonden, indien ook in deze verordemng, de schoolgelden, evenals bij de onlangs gewijzigde verordening op het schoolgeld voor het lager- en uitgebreid lager onderwijs een matige verhooging hadden ondergaan. Dit klemt temeer, omdat de be- trekkelijke post van de begrooting met onaanzienhjk is en zelfs nog steeds stijgt en zonder twijfel grooten invloed heeft op het evenwicht van de begrooting. Süreker wil er zich toe beperken tot het uiting geven aan zijn teleurstelling over het feit, dat het retnbutie- geld niet is verhoogd en verder afzien van het îndie- nen van amendementen, omdat hij weet, geen vo - doenden steun te krijgen voor eventueele amendementen. Hij hoopt intusschen, dat de toekomst zal leeren, dat hij ongelijk heeft. De heer Mr. von Meyenfeldt merkt op, dat in de Financieele Commissie nog ter sprake is gekomen dat het retributiegeld voor degenen, die uit inclie komen, nogal zwaar is. De Voorzitter antwoordt hierop, dat deze zaak nog eens is onderzocht en dat de mededeehng van den Inspecteur van de Directe Belastingen is ontvan- gen dat degenen, die uit Indië komen, zullen worden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1937 | | pagina 7