55
27 Mei 1937.
GELDLEENING.
De Raad der gemeente Heemstede;
Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wet-
houders
Gelet op de artt. 170 en 228 der gemeentewet;
BESLUIT
A. op 15 Juli 1937 af te lossen het geheele res-
tant, behalve de op dien datum verschuldigde gewone
aflossing nog bedragende respectievelijk f 18.000. en
f 21.800.van de 3l/2 geldleeningen, oorspronke-
lijk groot ieder f 80.000.—, aangegaan krachtens de
raadsbesluiten van 20 April 1906, 19 Maart 1907 en
27 Juni 1907;
B. ten laste van de gemeente met de geldgeefster,
genoemd in de hierna onder 7 genoemde concept-
overeenkomst, eene geldleening aan te gaan tot een
nominaal bedrag van f 39.800.tegen eene jaarlijk-
sche rente van 3%, koers 100%, zulks op den grond-
slag van de volgende bepalingen:
1. De gelden zijn bestemd voor dekking van de
aflossing onder A genoemd.
2. De gelden zullen worden opgenomen op een
door Burgemeester en Wethouders in overleg met de
geldgeefster te bepalen datum.
3. De gemeente verbindt zich de geldleening
pari af te lossen in hoogstens 11 jaren en wel op 15
Juli van:
elk der jaren 1938 tot en met 1946 tel-
kens f 4.000.f 36.000.
het jaar 1947 f 2.000,— 2.000.—
het jaar 1948 f 1.800,— 1.800,-
Totaal f 39.800,—
4. De gemeente is echter bevoegd te allen tijde