59
27 Mei 1937.
GELDLEENING.
De Raad der gemeente Heemstede;
Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wet-
houders
Gelet op de artt. 170 en 228 der gemeentewet;
BESLUIT
A. op 1 September 1937 af te lossen de 4V8%
geldleening, groot f 80.000.—aangegaan krachtens
raadsbesluit van 26 Maart 1936, n 29;
B. ten laste van de gemeente met de geldgeefster,
genoemd in de hierna onder 7 genoemde concept-
overeenkomst, eene geldleening aan te gaan tot een
nominaal bedrag van f 77.500.zijnde het onder A
genoemde bedrag, verminderd met de ten laste van
1937 komende aflossing, tegen eene jaarlijksche rente
van 33/4%, koers 100%, en zulks op den grondslag
van de volgende bepalingen:
1. De gelden zijn bestemd voor dekking van de
aflossing onder A genoemd, na aftrek van de gewone
ten laste van 1937 komende aflossing.
2. De gelden zullen worden opgenomen op 1 Au-
gustus 1937.
3. De gemeente verbindt zich de geldleening
pari af te lossen in 32 jaren en wel op 1 November
van
elk der jaren 1938 tot en met 1964 telkens f 2500.—,
elk der jaren 1965 tot en met 1969 telkens f 2000.—.
4. De gemeente is echter bevoegd te allen tijde
tot vervroegde geheele of versterkte aflossing over te
gaan, mits drie maanden tevoren hiervan schriftelijk
is kennis gegeven. Indien van deze bevoegdheid ge-
bruik gemaakt wordt vöör 1 Augustus 1942 zal de ge-
meente een boete verschuldigd zijn van 1 over het
bedrag, dat zij boven het sub 3 genoemde aflost.