200 29 Juni 1937. komen niet op het platteland of pas dân, als ze vol- komen verouderd zijn. Spreker begrijpt werkelijk niet, wat de Volksbond tegen drankmisbruik daar voor volksverheffenden arbeid in ziet. En daarom begrijpt spreker ook niet, waarom de gemeente hier de helpende hand moet bieden. Dat bioscooptheaters floreerende ondernemingen kun- nen zijn en daarom als paddestoelen uit den grond verrijzen, als de machtige bioscoopbond uit begrijpelijke bescherming van de kapitalen zijner leden dat niet verhinderde. Als in Heemstede een bioscoop-onderneming een rendabel bedrijf zou kunnen stichten, zou dit heusch wel gebeuren. Maar het gebeurt niet. Maar wel wordt aan de gemeente Heemstede ge- vraagd om de bouwkosten van het gebouw te four- neeren, tegen rente en aflossing wel is waar, om een bioscoop-onderneming in de gelegenheid te stellen onder de vlag van den Volksbond en voor diens risico een bioscoop-bedrijf hier te stichten en zoolang vol te houden als het haar belieft. Spreker heeft daar groote bezwaren tegen in het belang van den Volksbond, omdat hij deze sympathieke vereeniging niet tot bijwagen van een met haar doel volkomen strijdige onderneming wil zien worden. Maar spreker heeft er even zoo groote bezwaren tegen uit gemeentebelang, omdat hij niet in de naaste toekomst de gemeente eigenaresse wil zien worden van een pand, hetwelk zij, om een sluitende exploitatie te verkrijgen, moet gaan exploiteeren als bioscoop- theater. Nu is er wel opgemerkt, zegt spreker, dat men reeds jaar en dag wist, dat op deze plaats een ge- bouw zou komen, maar van deze plannen, zooals zij nu worden voorgelegd, was toch in ieder geval niets bekend. Er is misschien iets te zeggen voor de stich- ting van een gebouw, doch laat het bestuur van den Volksbond tegen Drankmisbruik dan eerst nog eens overleg plegen met het gemeentebestuur. De heer Mr. von Meyenfeldt wii beginnen met een woord van waardeering uit te spreken voor het doel en het streven van den Volksbond tegen Drankmis-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1937 | | pagina 24