210
29 Juni 1937.
uitoefenen van een winkelbedrijf in het perceel Lin-
denlaan 49, men er wel een paar gordijntjes voor de
ramen heeft gehangen, doch er rustig wordt doorge-
winkeld.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat de politie re-
gelmatig heett gesurveilleerd, doch geen overtreding
heeft geconstateerd. Spreker zal hierop nogmaals de
aandacht van de politie vestigen.
Tewerkstelling werkloozen.
De heer Disselkoen vraagt of de proef met de uit-
voering van de rioleeringswerken aan de Molenwerfs-
laan volgens een ander systeem van tewerkstelling,.
is geslaagd.
De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt hierop,
dat het werk goed tot stand is gekomen. Spreker zou
echter niet durven beweren, dat er minder ontevre-
denheid is onder de werkloozen. Het ligt in het voor-
nemen, zegt spreker, om de proef nu nog eens te
herhalen.
De heer Disselkoen zegt, dat er anderzijds toch
ook tevredenheid is over de gewijzigde methode. Er
is echter nog een groep menschen over, die nog niet
aan het werk is gëweest volgens de nieuwe methode
en bij wie wel de verwachting is gewekt, dat zij aan
den slag zouden komen. Is het nu niet mogelijk,.
vraagt spreker, om deze menschen alsnog aan het werk
te zetten en de proef nog vier weken voort te zetten
met hen.
De heer Van der Linden zou dit verzoek van den
heer Disselkoen gaarne willen steunen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, heeft hier tegen
overwegende bezwaren. Hoe meer men den 4-weke-
lijkschen arbeid invoert, des te meer kans is er, dat
men met het crediet niet uitkomt. De menschen die
thans niet aan de beurt zijn gekomen, komen toch een
volgende keer aan de beurt, zegt spreker.
De heer De Tello vindt het wel sneu voor die 12
16 arbeiders en zou willen vragen of het niet mo-
gelijk is, die groep te werk te stellen aan den wegen-
aanleg, waartoe zoo juist is besloten.