244
1 October 1937.
De Voorzitter herhaalt vervolgens de door den
heer Rijkes gestelde vragen en geeft hierop het na-
volgende antwoord:
ad 1. De in het raadsstuk nJ. 79 opgenomen be-
rekeningen zijn zoo juist mogelijk geschat. Daarbij is
rekening gehouden met de cijfers, welke bij het op-
maken van het raadsstuk bekend waren. Wanneer,
zooals hier het geval is, geen vaststaande gegevens'
beschikbaar zijn, is het onmogelijk werkelijke cijfers
te noemen.
ad 2. De door het gemeentebestuur van de beide
hoofden van scholen ontvangen mededeelingen zijn
aan den Raad juist weergegeven. Van de aisnog van
die Hoofden ontvangen brieven, hebben de raadsleden
kennis kunnen nemen.
De heer Rijkes dankt hierna het College voor het
op zijn vragen gegeven antwoord. Het antwoord op
de eerste vraag heeft spreker vaag gevonden. Hij be-
treurt het, dat in het voorstel van Burgemeester en
Wethouders niet tot uitdrukking is gebracht, dat de
daarin verwerkte becijferingen en gedane mededee-
Üngen gebaseerd waren op 1936, terwijl het lid van
de Onderwijs-Commissie zijn becijferingen baseerde
op 1937. Indien Burgemeester en Wethouders in hun
voorstel tot uitdrukking hadden gebracht, dat zij hun
cijfers op 1936 hadden gebaseerd, dan was er veel
misverstand voorkomen en was er niet zulk een on-
aangename en verwarde discussie ontstaan, temeer
daar de Voorzitter in de vorige raadsvergadering ook
tijdens de discussies mededeelde, dat de cijfers be-
trekking hadden op 1936. Nu hebben beiden schijn-
baar gelijk, wat dit punt betreft. Wat betreft de tweede
kwestie, die spreker heeft aangesneden, omdat daarbij
in het geding waren gebracht hoofdambtenaren, die
zich met konden verdedigen, zegt spreker dat geble-
ken is, dat Burgemeester en Wethouders gelijk heb-
ben en het betreffende lid van de Onderwijs-Com-
missie ongelijk. Dit lid, zegt spreker, moet daaruit
maar zijn consequenties trekken.
De heer Disselkoen heeft zich bij de kennisneming
uit de courant van de door den heer Rijkes gestelde
vragen afgevraagd, welke daarvan de actueele betee-
kenis en waarde konden zijn. Spreker begreep na-
