246
1 October 1937.
f 1700.per boventallige leerkracht positief onjuist
was. Het bewijs daarvan vindt men op bladz. 226 van
de notulen.
Wat de berekening van het aantal boventallige leer-
krachten bij het bijzonder onderwijs betreft, zal het
jaar 1938 leeren wie er gelijk heeft. De Raad heeft
nu géén boventallige benoemd, de Raad heeft een
kweekeling met acte benoemd en volgens Burgemeester
en Wethouders zai het aantal boventalligen bij het
bijzonder onderwijs dus niet stijgen. Wij zullen zien
wie gelijk krijgt, vervolgt spreker.
Spreker handhaaft voorts, dat het onjuist is de be-
noeming van een kweekeling met acte voor te stellen,
als een maatregel waarbij het onderwijsbelang voorop
staat en dan te gewagen van de instemming van de
hoofden van scholen.
Nadrukkelijk staat in de ter visie gelegde stukken,
dat, naar het oordeel van ons eerste en oudste school-
hoofd, een kweekeling met acte staat tot een boven-
tallige leerkracht als het loopen van hier naar Amster-
dam staat tot een snelle en comfortabele treinreis.
Spreker stelt daarnaast vast, dat uit de ter visie
gelegde stukken thans is komen vast te staan, dat het
advies der schoolhoofden niet schriftelijk is ingewonnen
en dat het mondeling overleg niet door den betrokken
Wethouder persoonlijk is gepleegd. De zaak ligt dus
zöö: de Raad heeft bij de begrooting den kweekeling
met acte afgewezen. Bekend is dat de grootst niogelijke
meerderheid van de Onderwijs-Commissie tegen dit
instituut onoverkomenlijke principieele en practische
bezwaren heeft.
Als niettemin Burgemeester en Wethouders den Raad
willen bewegen overstag te gaan, dan vindt de be-
trokken Wethouder het niet eens noodig deze zaak
persoonlijk voor te bereiden, zich persoonlijk te laten
voorlichten, dan wordt dat rustig overgelaten aan een
hoofdambtenaar.
De vraag rijst dan ook of onze gemeente door Bur-
gemeester en Wethouders dan wel door de hoofd-
ambtenaren bestuurd wordt. Vast staat dat de geheele
wijze, waarop het instituut kweekeling met acte in
onze gemeente is ingevoerd, meer dan erg is.
Burgemeester en Wethouders hadden aan deOnder-
wijs-Commissie en aan den Raad moeten overleggen
een onderwijs-advies van de onderwijs-adviseurs en