1 October 1937.
251
De Voorzitter herhaalt vervolgens de door den heer
Disselkoen gestelde vragen en deelt in antwoord hierop
mede, dat Burgemeester en Wethouders bij de samen-
stelling der begrooting voor 1938 zullen nagaan of er
voor de verandering van de tarieven voor gas, water
en electriciteit aanleiding bestaat. Alleen het feit, dat
de winstcijfers over het afgeloopen jaar hooger waren
dan de raming, geeft hun nog geen vrijheid eenige
verandering voor te stellen, te meer daar de bekende
cijfers over het eerste halfjaar 1937 tot voorzichtigheid
manen.
De heer Van Unen huldigt ook gaarne het „wait and
see" (wacht en kijk) en zou dan ook graag eerst eens zien,
hoe 1937 zich ontwikkelt en hoe de begrooting 1938 er
uit zal zien. Dat de bedrijven mede een bron van
inkomsten vormen voor de gemeente, staat vast. De
door den heer Disselkoen getrokken vergelijking tus-
schen de stijging van de bedrijfswinsten en de daling
van de directe belastingen, zegt hem niet veel. Er is
alleen uit te concludeeren, dat de inkomens en ver-
mogens een geweldigen klap hebben gekregen. Er zit
aan die gewone cijfers meer vast, zegt spreker, en
daaruit alleen moet men dan ook geen conclusies
trekken. De stelling, dat indirecte belastingen uit den
booze zijn is niet juist. Spreker zou Burgemeester en
Wethouders willen adviseeren, om de uiterste voor-
zichtigheid te betrachten. Bij dit vraagstuk moet men
ook wel degelijk letten op de stijging van de prijzen
der producten. Vroeger kon men voor de producten
contracten sluiten van April tot April; thans sluit men^^
die contracten van April tot October. Van April 1935
tot heden is alleen reeds de kolenprijs met ongeveer-"
50% gestegende prijs van de olie met ongeveer 60%.
De prijzen van hout, ijzer en verf stegen zelfs met
ongeveer 100%. Het ligt dan ook wel voor de hand,
dat de grootst mogelijke voorzichtigheid hier geboden
is. De directe en de indirecte belastingen moeten
redelijk verdeeld worden. Verlaging van de winst uit
de bedrijven heeft verhooging van de directe belas-
tingen tengevolge en terdege zal men er rekening
mede moeten houden of daardoor de toekomstige bloei
van de gemeente niet wordt geschaad. Sjjreker meende,
als Voorzitter van de Financieele Commissie deze enkele
opmerkingen hier niet achterwege te mogen laten.