October
1937.
De heer Dr. Droog, Wethouder, heeft tegen dezen
heelen gang van zaken ook nog een formeel bezwaar.
Laat het Reglement van Orde dat n.l. wel toe.
De heer Voors acht het eveneens formeel onjuist,
om nu te gaan stemmen over tariefsverlaging en
belastingverhooging. Het is toch niet de Raad, die de
begrooting ontwerpt, doch dat is het College van
Burgemeester en Wethouders.
De heer Mr. von Meyenfeldt zegt, ook tegen deze
motie te zullen stemmen.
De heer Van Lent acht dit ook een sprong in het
duister, hetgeen heelemaal niet wil zeggen, dat hij
tegen tariefsverlaging is. De Raad is echter niet voor-
bereid op deze stemming en mist de gegevens om
zijn standpunt te bepalen.
De Voorzitter acht eveneens de thans gekozen
figuur niet de juiste. Burgemeester en Wethouders
zijn voor het ontwerpen der begrooting het verant-
woordelijke orgaan en men wil hen nu eigenlijk in-
structies geven, hoe zij de begrooting in elkaar moeten
zetten. Burgemeester en Wethouders mogen hun werk
hier niet uit handen geven.
De heer Disselkoen zegt, dat de Raad toch gerust
aan Burgemeester en Wethouders een aanwijzing mag
geven voor de voorbereiding van de begrooting. Ta-
riefsverlaging tijdens de behandeling van de begroo-
ting, is gebleken, onmogelijk bereikbaar te zijn. Be-
staan er formeele bezwaren, laat Burgemeester en
Wethouders dan in de volgende vergadering met een
prae-advies komen.
De Voorzitter zegt, hiertoe niet bereid te zijn.
De heer Disselkoen zegt, dat als nu niet uitdruk-
kelijk blijkt dat de Raad tariefsverlaging wenscht, er
bij de begrooting niets van terecht komt. Hij handhaaft
dan ook zijn motie luidende: „De Raad noodigt Bur-
gemeester en Wethouders uit om een tariefsverlaging
voor te bereiden".
Hierna wordt deze motie in stemming gebracht en
verworpen met 411 stemmen.
Vöér de motie stemden de heeren De Tello, Dis-
selkoen, Kromhout en Van der Erf.