14
25 Januari 1938.
Spreker uit den wensch, dat deze proeve van over-
leg ook in de andere Commissiën, waarin de S. D.A P.
vertegenwoordigd is, niet alleen bestendigd, maar nog
uitgebreid moge worden.
Wat betreft zijn leiderschap van het Georganiseerd
Overleg zal het den Wethouder wel niet ontgaan zijn,
dat hij in deze functie in de laatste jaren nog al eens
raadsstukken heeft moeten indienen, waarin sprake
was van loonsverlagingen op grond van de dalende
kosten van levensonderhoud. En eveneens zal het hem
wel niet ontgaan zijn dat daarvan niet meer gesproken
wordt, n.l. van die dalende kosten. Alleen de loons-
verlagingen zijn gebleven. Nu is het maar de vraag:
wat doen we als de kosten van levensonderhoud stij-
gen! Spreker zal den Wethouder niet vermoeien met
cijfers dienaangaande, maar het lijkt hem toch goed,
dat Burgemeester en Wethouders binnenskamers zich
rekenschap geven van deze mogelijkheden en zou
wenschen, dat zij dan even diligent en actief zijn als
in de dalende periode.
Tevens moge spreker den Wethouder herinneren
aan datgene wat hij het vorig jaar bij de begrooting
heeft opgeinerkt op blz. 65 van de raadsnotulen en
waarbij hij gedacht had dat een kleine misstand dit
jaar zou worden opgeheven, maar waarvan hij niet
bemerkt heeft dat de Wethouder er aandacht aan heeft
geschonken. Spreker neemt aan, dat hem dit ontgaan
is, waarop er in 1938 nog wel een gelegenheid komt
waarbij deze zaak eventueel geregeld kan worden.
Een ander, en z.i. belangrijk punt waarvoor spreker
Burgemeester en Wethouders aandacht wil vragen is
de situatie, die zoo iangzamerhand ontstaan is bij de
categorie werkloozen en gesteunde arbeiders binnen
deze gemeente. De platgetreden paden van steunver-
leening in geid of natura moge, met waardeering voor
wat de gemeente doet, voldoende blijken, uiteindelijk
voldoen ze spreker en zijn fractie niet. Hij meent, dat
er alle aanleiding bestaat oni ook op dit gebied
nieuwe inogelijkheden en nieuwe denkbeelden niet
zonder meer te verwerpen of voorbij te zien, doch
ze ook eens rustig zonder vooroordeel te bekijken..
Spreker kan zich namelijk niet aan de gedachte ont-
trekken, dat er binnen onze gemeente een groot aantal
werkzoekenden is die, zelfs bij normale tijden, in hun
oorspronkelijk vak, niet meer aan het werk kunnen gaan..
