25 Januari 1938.
1-5
Neem een oogenblik de ontwikkeling van onze ge-
meente. Van typische bollengemeente naar een t'o-
Tensen- en woongemeente. Door de meerdere bebou-
wing wordt het aantal beschikbare grond voor cultures
steeds minder. Mag men dus bijvoorbeeld aannemen
dat bij verder voortschrijdende bebouwing wel piaats
op den duur kornt voor werkzoekende timmeriieden,
opperlieden, metselaars etc., vast staat dat over eenige
jaren voor bloemist-, tuinderij en lieden werkzaanr in
het bollenvak, minder werkgelegenheid ontstaat. Ook
meent spreker bij vorige discussies met den heer
Voors sterk te staan in zijn meening dat zelfs bij een
beduidende opleving in het bollenbedrijf, dit dermate
is ingesteld op voorziening van deze situatie, dat dit
in geen geval behoeft te beteekenen dat er meerdere
arbeiders tewerk zullen gesteld kunnen worden. Van
het standpunt van bedrijfsorganisatie namelijk.
In dit verband denkt spreker aan de z. g. omscho-
ling, aan het kweekersvak vau tuinbouwproducten al
dan niet van den kouden of warmen grond, aan de
exploitatie van exclusieve producten als druiven, to-
maten, naar exclusieve tijden naar bepaalde systemen,
spreker denkt daarbij speciaal aan de onmiddellijke
nabijheid van een groote stad als Haarlem met zijn
dagelijksche behoeften voor ruim 130.000 menschen,
kortom, spreker acht hier een mogelijkheid aanwezig
met initiatief, met leiding, desnoods met steun en
hulp van de gemeente om voor een deel van deze
bloemistarbeiders binnen afzienbaren tijd productief
werk te geven.
Laat ons dat nu eens wat kosten, zegt spreker. La-
ten we deze zaak nu eens eerlijk en grondig met el-
kaar bekijken. Laten we adviezen vragen b.v. aan den
economisch-technologischen dienst van de Provincie
Noord-Holland in dit probleem, laten we onderzoeken
wie van deze menschen voor omscholing en vorming
in aanmerking komen, laten we, nu eens aannemende
dat ruim f 25.000.dat zijn maar dertig menschen,
een jaarlijksche last op ons budget blijven die er an-
ders nooit meer afkomt, de kans geven weer voor
zichzelf en de hunnen te zorgen. Laat ons dat vijf of
tienduizend gulden kosten voor oprichting, inrichting,
steun of hulp in een nieuw bedrijf. Daarbij stelt spre-
ker zich voor, dat b. v. een directorium met hoogst
bekwame mannen als de heer Van Unen en de heer