25 Januari 1938.
31
heeft de Financieele Commissie er de aandacht op ge-
vestigd, dat de feitelijke toestand door de cijfers on-
zuiver wordt weergegeven. Burgemeester en Wethou-
ders hebben toch ook voor 1938 weer de oude boekings-
wijze gevolgd, en op de vraag van de Financieele Com-
missie om dan tenmniste de afschrijvingskosten te
splitsen, wordt alleen een splitsing gegeven voor de
R.C.H.-terreinen, maar de tennisbanen en de jachthaven
worden daarbij niet eens in aanmerking genomen.
Spreker begrijpt eenvoudig niet waarom Burgemees-
ter en Wethouders de zaken niet zöô opzetten, dat zoo
zuiver mogelijk tot uitdrukking komt wat de gemeente
aan de sportbeoefening ten koste legt. Behalve de af-
schrijvingen staat het ook onjuist met de rentebelasting.
Normaal zou zijn, dat de sportparken belast worden
met een huursom, die uiteraard verband kan houden rnet
de grootte van de kapitalen, die in den grond en de
opstallen zijn geïnvesteerd. Maar nu betalen de sport-
parken eerst de afschrijving en dan nog eens de volle
rente en over veertig of vijftig jaar dan is er geen rente
en geen afschrijving meer te betalen. Daarentegen wordt
de boel nu op een onjuiste manier belast en moeten wij
oogenschijnlijk zeer groote bedragen aan de sport-
beoefening ten koste leggen.
In de tweede plaats, en dat is feitelijk nog erger, wor-
den de sportparken naar het schijnt niet zoo geëxpioi-
teerd, als voor de gemeentefinanciën het voordeeligst
zou zijn. Met name is het bekend, dat zooal niet het
geheele Dagelijksche Bestuur, dan toch de meerderheid
daarvan het zéér betreurt, dat b.v. de Jachthaven niet
als een werkelijke Jachthaven door de Sportparken ge-
exploiteerd kan worden. Dit zou aanmerkelijke bedra-
gen méér in het laatje kunnen brengen, en de wethouder
voor de Financiën, die als Voorzitter van de Sportparken
met die opvattingen van zijn medebestuursleden toch
wel bekend zal zijn, wil hopenlijk nu wel eens vertellen
waarom dat niet gebeurt.
En tenslotte het onderwijs, waarvan spreker aileen
ter sprake wil brengen de rentevergoedingen aan het
bijzonder onderwijs. Verlaging van de 5.3 is naar
spreker's meening noodzakelijk. Zijn Burgemeester en
Wethouders niet bereid deze zaak eens aanhangig te
maken bij de Vereeniging van Nederlandsche Gemeen-
ten? Dit zou een bezuiniging geven, waardoor het
onderwijs zelf niet geschaad wordt.