25 Januari 1938. 35 weer geschied is, die toen nôch door Burgemeester en Wethouders, nôch door den Raad konden worden beoordeeld, maar ze werden met de noodige kracht en klem aan den Raad overgebracht, zoodat men den indruk kon krijgen dat daar geen speld tusschen te krijgen was. Weerspreking van alle cijfers, welke op deze wijze in den Raad naar voren worden gebracht, zal wel niet altijd worden gevergd. Voor dit geval moet echter een uitzondering worden geniaakt, omdat zij, die niet beter terzake op de hoogte zijn, bij het lezen van de notulen van de vergadering van 1 Octo- ber, tot de conclusie zouden kunnen komen dat hier wel uitzonderlijk gekke toestanden bestaan. De heer Disselkoen heeft daarin n.l. beweerd dat sedert 1932 de bedrijfswinsten en dus de indirecte belastingen met 45% zijn gestegen en de directe belastingen op het inkomen en vermogen zijn gedaald met 65%. Eerstgenoemd percentage is onjuist, doch bovendien zoo voorgesteld, dat men daaruit een verkeerde con- clusie zou kunnen trekken en het tweede percentage, dus dat van daling der directe belastingen, is zoo positief in strijd met de werkelijkheid, dat dit niet onweersproken kan blijven, omdat de Raad en ook de heer Disselkoen zelf, eens mochten meenen, dat door te zwijgen, die cijfers door Burgemeester en Wethouders onderschreven worden en dat is toch allerminst waar. Het gaat dus om twee punten, de stijging der in- directe belastingen en de daling der directe belastingen. Over beide punten wil spreker enkele opmerkingen maken. Volgens blz. 249 der notulen heeft de heer Disselkoen gezegd, dat de winst van de 3 bedrijven in 1936 bedroeg f 212.000.tegenover f 147 500. in 1932, hetgeen een stijging zou beteekenen van 45%. De winst in 1932 was echter niet f 147.500. maar rond f 157.500.of f 10.000.meer. Het percentage van stijging van 45% is daardoor natuurlijk ook niet juist meer, maar moet belangrijk minder worden (34%). Door de voorstelling dat de bedrijfswinsten, die beschouwd kunnen worden als indirecte gemeentelijke belastingen, zoo zijn gestegen, tegenover de overigens onjuiste mededeeling van de daling der directe belastingen, zouden niet-ingewijden den indruk kunnen krijgen alsof de laatste jaren de tarieven waren verhoogd en de belastingen verlaagd. Een vergelijking van de totale winstcijfers over enkele

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1938 | | pagina 35