25 Jaiiuari 1938.
43
staande woningbouw-vereenigingen. Men kan toch niet
zeggen, dat de woningen slecht zijn, omdat jongens
cn meisjes bij elkaar slapen, doch dan zijn ze te klein.
Misschien zou er in die gevallen wel iets metdehuis-
cigenaars zijn te bereiken. Het bouwen is momenteel
niet zoo duur, doch misschien is er wei een coöpera-
tieve vereeniging te vinden.
Voorts zegt spreker, dat er voor de woninginspec-
trice geen instructie is. Voordat zij hier in functie
kwam, was zij eiders als zoodanig werkzaam en wist
er meer van dan Burgemeester en Wethouders. De
dubbele bewoning wordt zooveel mogelijk tegengegaan,
b.v. door weigering van het plaatsen van 2 Meters,
doch dan is er niet direct een andere woning be-
schikbaar.
De lieer Van der Erf is overtuigd dat als het voor-
stel van de Sociaa! Democraten wordt aangenomen,
dit aan de minder beziftenden geen kapitaal in den
zak zal spelen. Spreker streeft echter naar een billijke
lastenverdeeling. Het aanvaarden van dit voorstel acht
hij een principieele uitspraak. Als nten zegt dat hij
door deze zienswijze zich gedraagt als de Sociaal
Democraten en men dat een bekeering noemt, dan
heeft spreker daartegen geen bezwaar. In tegenstelling
met den heer Voors, die er bezwaar tegen heeft dat
boven een inkomen van f 5000.—een nadeelig verschil
ontstaat tusschen de te besparen uitgaven aan water
en electriciteit en de te betalen ineerdere belasting,
heeft spreker geen medelijden met deze catagorie van
menschen, doch wel met de minder gesitueerden.
Slechts een billijke lastenverdeeling is een gemeente-
politiek die door hem onderschreven kan worden.
Voorts heeft spreker in de door den heer Rijkes
gegeven opsoinming van gemeenten Hillegom gemist,
waar het electriciteits-tarief lager is dan in Heemstede,
n.l. een vastrechttarief van f 2.per maand en een
k.W.h.-prijs van 5 cent, terwijl Hillegom ook niet zelf
produceert. Het lijstje cijfers van den heer Rijkes zegt
niet veel. De vraag is alleen, of het hier niet beter
kan en volgens spreker kan het wel billijker.
De Voorzitter acht het beter dat de sprekers zich
tot het College van Burgemeester en Wethouders rich-
ten en dat het niet aangaat dat de gemaakte opmer-
kingen door ieder lid beantwoord worden. Als men