50
25 Januari 1938.
en de Inspectrice zitting. De financieele contrôle berust
bij Maatschappelijk Hulpbetoon. Spreker is van meening
dat een apart comité moet blijven bestaan. In dit co-
mité hebben dames zitting, die kijk hebben op het
verstrekken van dameskleeding, waarvan heeren nu
eenmaal niet zooveel verstand hebben. Bovendien houdt
dit fonds ieder jaar een collecte. Het fonds werktheel
goed en spreker heeft daarover nooit klachten vernonien.
De heer Rijkes vraagt, of het toegekende subsidie
in eens of in gedeelten wordt gegeven.
De Voorzitter antwoordt, dat Maatschappelijk Hulp-
betoon geeft naar gelang van behoeften en noodza-
kelijkheid
De heer De Tello houdt vast aan zijn opvatting dat
het formeel niet juist is. Spreker heeft geenszins be-
doeld dat f 2500.— contant op tafel moet komen, maar
ook in gedeelten. Hij is van oordeel dat op de be-
grooting voor Maatschappelijk Hulpbetoon uitsluitend
posten behooren voor te komen die Maatschappelijk
Hulpbetoon betreffen. 't Qaat er om de begrooting
formeel rein te houden en om het principe dat elke
subsidie-aanvrage door den Raad moet beoordeeld
kunnen worden.
De heer Jonckbloedt wijst er op dat hier gesproken
kan worden van een mede-instelling van Maatschappelijk
Hulpbetoon en acht het juist dat deze post hier ge-
raamd is.
De Voorzitter meent dat hier ook de praktijk be-
keken moet worden. Door den post hier te ramen
ontstaat een contact tusschen Maatschappelijk Hulp-
betoon en Kleedingfonds, waardoor het mogelijk is
de zaak samen te overzien en te behandelen. Dit
voorkomt dat ên Maatschappelijk Hulpbetoon ên het
Kleedingfonds aan hetzelfde geval iets doen. Het is
voor de besteding van de gelden zeker voordeeliger
dit contact te behouden.
Het voorstel van den heer De Tello, voldoende
ondersteund, door den Voorzitter in stemming ge-
bracht, wordt met 3—12 stemmen verworpen.
Vöör dit voorstel stemden de heeren De Tello,
Disselkoen en Kromhout.
Tegen dit voorstel stemden de heeren Rijkes, Van