25 Januari 1938. 51 Unen, Van der Erf, Van der Linden, Jonckbloedt, Meeuwenoord, Van Lent, Mr. von Meyenfeldt, Voors, Audretsch en de Wethouders Dr. Droog en Jhr. van de Poll. De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde de be- grooting voor het Gasbedrijf voor 1938, op den gewonen dienst aan baten en lasten een totaal bedrag aanwijzende van f 469.940.03 en op den kapitaaldienst aan inkomsten en uitgaven van f 1.315.806.04. Volgno. 52. De heer Kromhout constateert, dat de jongste amb- tenaar bij de bedrijven bevorderd is tot kantoorbe- diende, en nu, na 7 jaar met f 82 50 per maand naar huis te zijn gestuurd, thans komt op twee en tachtig en een halven gulden per maand. In dit verband wil spreker niet vragen orn de toezegging, dat speciaal de jongere ambtenaren spoediger zullen worden bevor- derd, doch, of het College bereid is maatregelen te treffen, dat de bevordering van een ambtenaar ook inderdaad een bevordering, d.i. een verbetering in financieele positie zij. Laat men nu niet als vroeger met „bezuinigingen in perspectief", thans den draak steken met „bevorderingen in perspectief", m a.w. zijn Burgemeester en Wethouders bereid gebruik te maken van hun bevoegdheid in gevolge het lste lid van art. 7 van de „jaarweddenrege!ing ambtenaren" luidende: „Bij aanstelling of bevordering in rang wordt het mi- mimum der aan den rang verbonden bezoldiging toe- gekend. In bijzondere gevallen kan daarvan worden afgeweken". Spreker vraagt of Burgemeester en Wet- houders bereid zijn te erkennen, dat hier zoo'n bij- zonder geval aanwezig is. De Voorzitter acht het niet juist, om hier, staande de vergadering tot de salarisverhooging van een bepaald ambtenaar over te gaan. De promotie van dezen amb- tenaar heeft toch wel degelijk nieuwe financieele pers- pectieven voor hem geopend. Burgemeester en Wet- houders zijn dan ook niet bereid te dezer zake eenige toezegging te doen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1938 | | pagina 51