64 25 Januari 1938. kunnen onderzoeken. Vervolgens bespreekt hij het ant- woord dat Burgemeester en Wethouders gezonden hebben aan de Woningvereeniging „Beter Wonen". Spreker vraagt of Burgemeester en Wethouders bij de formuleering van de 2e zinsnede van dit antwoord wel rekening gehouden hebben met het bepaalde in art. 5, le lid sub c van het Woningbesluit. De heer Van der Erf zegt, dat door den Wethouder als argument tegen het voorstel tot het benoemen van een commissie ad hoc is aangevoerd, dat er huurtoeslag wordt gegeven. De Wethouder, aldus spreker, weet toch wel dat deze toeslag alleen voor werkloozen wordt gegeven. Er zijn echter tal van werknemers, die werken voor lage loonen, terwijl ook zij voor hooge huren staan. De arbeiderswoningen zijn te duur, doch dit kan opge- lost worden door het stichten van nieuwe woningen. Spreker voelt dan ook voor het idee om voor het woningvraagstuk een commissie ad hoc te benoemen. De aanvrage van „Beter Wonen" zonder meer afwijzen gaat niet. Er is zeer zeker behoefte aan goedkoope ar- beiderswoningen. Het voorstel van „Beter Wonen" is echter wel wat vaag. Spreker is van meening, dat het Bestuur eerst dient te koinen met een ledenlijst, vermel- dende het beroep en waar de leden hun arbeid ver- richten, alsmede het aantal woningen dat de Vereeni- ging denkt te stichten. De heer Audretsch vindt het, naar aanleiding van de verstrekte cijfers omtrent de verhouding tusschen het aantal aanwezige arbeiderswoningen en Heemsteedsche werklieden, niet aanbevelenswaardig om tot uitbreiding van het aantai arbeiderswoningen met gemeentesteun over te gaan. De heer Rijkes wil gaarne onderzocht zien weike woningen onbewoonbaar verklaard moeten worden. Spreker heeft geen bezwaar tegen een commissie ad hoc. De heer Voors acht een commissie ad hoc niet noo- dig. Het onderzoek inzake het woningvraagstuk behoort z.i. aan Burgemeester en Wethouders te worden over- gelaten. Er is geen enkele aanleiding om deze zaak uit handen van Burgemeester en Wethouders te nemen. De heer Jonckbloedt is het met de zienswijze van den heer Voors eens.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1938 | | pagina 66