25 Januari 1938.
De heer Disselkoen zegt, dat de zaak niet zöö moet
worden opgevat, als zou de Raad alleen commissies ad
hoc benoemen als een bepaald onderzoek door Bur-
gemeester en Wethouders niet is gedaan. Het benoemen
van een commissie ad hoc beteekent in 't geheel geen
votum van wantrouwen. Burgemeester en Wethouders
hebben echter ander werk. Met het opdragen van dit
onderzoek aan een commissie ad hoc, wil de Raad
alleen maar te kennen geven, dat hij zich wil laten
voorlichten over alle kanten, die aan het woningvraag-
stuk vast zitten.
De heer Dr. Droog, Wethouder, merkt op, dat Bur-
gemeester en Wethouders niet beslissen over de goed-
keuring van de statuten van een vereeniging. Men wendt
zich met een dergelijk verzoek tot de Kroon, die daar-
over dan weer advies vraagt aan het Gemeentebestuur.
Uit het antwoord zal dan blijken, dat Burgemeester en
Wethouders niet zeggen dat de vereeniging schade doet
aan de volkshuisvesting. Burgemeester en Wethouders
zouden alleen te kennen geven, dat zij oprichting van
een dergelijke vereeniging niet noodig vinden. Daar-
mede handelen zij niet in strijd met de wet. Burgemees-
ter en Wethouders vinden het benoemen van een com-
missie ad hoc niet noodig. Zij hebben het woningvraag-
stuk onderzocht en weten precies waar wat aan
mankeert. Spreker is echter bereid deze zaak in de
Commissie voor Openbare Werken ter sprake.te bren-
gen. Indien volgens „Beter Wonen" de woningtoestan-
den niet goed zijn, dan kan zij bij de Commissie voor
Openbare Werken gehoor vinden.
De heer De Tello meent beluisterd te hebben, dat
Burgemeester en Wethouders op het standpunt staan,
dat het gevraagde onderzoek alleen betreft het onbe-
woonbaar verklaren van woningen. Dit is niet juist. De
taak der commissie ad hoc zou moeten zijn het woning-
vraagstuk aan alle kanten te bekijken. Spreker kan zich
indenken, dat het Gemeentebestuur onder bepaalde
omstandigheden den bouw van arbeiderswoningen niet
wenscht te bevorderen. Het gevraagde is echter niet
met elkaar in tegenspraak, doch kan elkaar heel goed
aanvullen. Wat de Wethouder nu doet is spelen met
woorden. Indien het Gemeentebestuur niet bereid is om
medewerking voor den bouw van arbeiderswoningen te
verleenen, laat men dat dan ronduit zeggen, maar het