25 Januari 1938.
75
aan hem als laagsten inschrijver voor den bouw van de
Crayenesterschool niet gunnen van dit werk, waardoor
zijn eer en goede naam op een onbehoorlijke wijze is
aangetast.
De heer Rijkes zou deze zaak graag straks nog even
in de geheime vergadering behandelen en alsdan een
paar inlichtingen willen vragen.
De heer Van Unen ziet niet in, waarom deze aange-
legenheid in een besloten vergadering moet worden be-
handeld. Het betreft hier een openbare aanbesteding en
Burgemeester en Wethouders hadden het recht, om het
werk niet aan den laagsten inschrijver te gunnen, hoe-
wel de usance is, om dat wel te doen.
Uit de stukken heeft spreker gelezen, dat de aan-
nemer, die hier gepasseerd is, verschillende groote wer-
ken heeft uitgevoerd. Het rapport van den architect
vond hij wel eigenaardig. Indien aan deze houding van
Burgemeester en Wethouders gemeentelijke protectie
ten grondslag ligt, dan zou daarmede noch een finan-
cieel belang, noch het belang van de Heemsteedsche
aannemers gediend zijn. Immers, dit zou tot wederkee-
righeid gaan leiden. Spreker kan zich dan ook met deze
opvatting zonder nadere motiveering niet vereenigen.
De Voorzitter zegt, dat het geenszins de bedoeling
is geweest van Burgemeester en Wethouders om dit
werk priori in de gemeente te houden. Als de heer
Van Unen volledige inzage had genomen van de stuk-
ken, dan had hij op deze zaak zeker een andere kijk
gekregen. Meer wil spreker er in het openbaar niet
van zeggen.
De heer Jonckbloedt had graag vernomen, dat Bur-
gemeester en Wethouders geen voorkeur geven aan
Heemsteedsche aannemers, anders is spreker het eens
met den heer Van Unen.
De Voorzitter zegt, dat deze kwestie bij de beslissing
geen rol heeft gespeeld.
De vergadering kan er verder mede accoord gaan
deze aangelegenheid nader in besloten zitting te be-
handelen.
IV. Geldleening.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte
stukken onder volgno.