78
25 Januari 1938.
De heer Rijkes tlankt den Voorzitter voor deze cor-
rectie. Inderdaad bestond in de Commissie voor de
Bedrijven, omtrent de natriumverlichting van de Zand-
voortschelaan, geen eenstemmigheid. Ook spreker heeft
zich daartegen verzet en meent te weten, dat hij in deze
niet alleen stond. Spreker is van meening, dat de
winkelstand, in verband met hare etalageverlichting,
deze natriumverlichting niet wenscht. Deze soort ver-
lichting is z.i. alleen geschikt voor de groote auto-
verkeerswegen. Waar spreker wel zal stemmen voor de
natriumverlichting van den Leidschevaartweg, verzoekt
hij het voorstel te wiilen splitsen.
De Voorzitter heeft hier geen bezwaar tegen.
De heer Audretsch acht natriumverlichting voor den
Leidschevaartweg, alleen om aansluiting te geven op de
natriumverlichting van den Leidschevaartweg gelegen
onder Haarlem, te duur.
De heer De Tello is van meening, dat het voorstel
in zijn geheel moet worden bekeken. Spreker is voor
natriumverlichting van den Leidschevaartweg omdat,
door ook de Zandvoortschelaan van natriumlicht te
voorzien, een aaneensluitende cirkel voor hoofdverkeer
kan worden gecreëerd met eenzelfden graad van ver-
lichting. Spreker ziet in natriumverlichting geen nadee-
ligen invloed voor de etalages, omdat het natriumlicht
alleen het wegdek beïnvloedt en het door de aanwezige
boomen niet aannemelijk îs, dat hinder voor de etalages
ontstaat. Integendeel zal dit er toe bijdragen, dat de
etalageverlichting nog beter uitkomt dan bij electrische
verlichting. Natriumverlichting is niet duur, doch zelfs
voordeeliger volgens den Directeur der Bedrijven en
dus economisch verantwoord. Uit verkeersstandpunt zou
spreker dezen maatregel toejuichen, omdat het verkeer
nu 's avonds de Zandvoortschelaan zal verkiezen boven
de donkere Zandvoorter Allee en Laan van Rozenburg,
waardoor ook het gevaarlijke kruispunt Laan van
Rozenburg-Heerenweg ontlast zal worden. Spreker
vindt het rationeel, dat de verlichting van den Leidsche-
vaartweg en Zandvoortschelaan als werkstuk tegelijker-
tijd bekeken wordt.
De heer Meeuwenoord kan, hoewel hij eerst was voor
verlichting van den Rijksweg met het oog op het door-
gaande verkeer Haarlem-Leiden, zich nu wel met de
voordracht vereenigen.