25 Januari 1938.
81
üe heer Audretsch durft, als de Burgemeester als
hoofd der Politie het noodig oordeelt in een deel onzer
geineente een politiepost te vestigen, niet te beweren,
dat dit achterwege moet blijven. En als nu tegelijkertijd
daaraan de bouw van een bescheiden vergaderlokaal
wordt verbonden, waardoor de aankoopsom van den
grond iets hooger wordt, durft hij ook daar geen be-
zwaar tegen te maken. De Glipperbuurt is volgens spre-
ker een stiefkind. Het is nu een mooie gelegenheid om
den hoek Glipperweg-Prinsenlaan, waar de gemeente
toch ook al grondbezit heeft, te verbeteren. Als nu niet
doorgehapt wordt, dan blijft de onoogelijke toestand be-
staan. De kosten voor het stichten van een dienstge-
bouw blijven bij het kiezen van een andere plaats toch
hetzelfde. Spreker zal daaroin met deze voordracht mee-
gaan.
De heer Meeuwenoord is het met den heer Jonck-
bloedt eens, dat de voorgestelde oplossing duur is,
waardoor de indruk zou kunnen worden gewekt, dat we
hier in het geld zwemmen. Spreker heeft in zijn kwali-
teit van Voorzitter van een stembureau meermalen zit-
ting gehad in het bestaande gebouwtje, hetwelk na de
laatste veranderingen, wel voldoet aan de eischen aan
een stembureau te stellen. Hij ziet in de naaste toekomst
geen behoefte aan een vergadergebouw op de Glip.
Spreker betreurt het bovendien, dat we zooveel typische
hoekjes in de gemeente kwijtraken.
De heer Voors heeft den indruk, dat in de Glipper-
buurt zeer noodzakelijk verbetering moet worden aan-
gebracht. De bewoners van deze buurt hebben nu zoo
het gevoel „waar hooren we eigenlijk bij?" Zij vorrnen
een groep, die geheel op zich zelf staat. Zij hebben
bijna geen contact met het overige deel der gemeente,
omdat de verbinding rnet de kom van het dorp duur is.
Door haar afgezonderde positie blijft de bevolking op
een peil, dat niet van dezen tijd is. Het ligt daarom op
den weg van den Raad aan de verheffing van het cultu-
reele peil der bevolking mede te werken.
De heer De Tello wijst er op, dat het opfieuren van
de Glipperbuurt niet het eenigste argument is, dat voor
aanneming van dit voorstel pleit. De Gemeente heeft
daar reeds een belangrijk grondbezit. Afwijzing van
deze voordracht beteekent, dat het bestaande grond-
bezit waardeloos is en alleen nog niaar zou kunnen