30 Juni 1938.
141
woningen, die aansluiten aan een woningcomplex van
de woningvereeniging „de Haemstede", aan deze ver-
eeniging in beheer te geven. Het verschil isdanalleen
dat deze woningen niet en de naastliggende woningen
wel door „de Haemstede" gebouwd zijn.
De heer Voors is omtrent het beheer der woningen
gerustgesteld. Spreker vraagt, wat het voordeel is dat
deze woningen niet door de woningbouw-vereeniging
worden gebouwd met geld van de gemeente, maar
door de gemeente zelf. Spreker wil daarmede te ken-
nen geven, dat voordeel aanwezig moet zijn om dit
voorstel te kunnen goedkeuren.
De heer Dr. Droog, Wethouder, wil vooral spoed
betrachten. Deze methode had in de Commissie voor
Openbare Werken de volle instemming. Schakelt men
een woningvereeniging in, dan neemt deze een archi-
tect, terwijl een woningvereeniging aan verschillende
formaliteiten moet voldoen, waardoor de uitvoering
veel langer duurt. Spreker zag deze woningen gaarne
voor den winter klaar en bewoond.
De heer Mr. von Meyenfeldt is in 't algemeen van
oordeel, dat het niet op den weg van de Overheid
ligt, om woningen te bouwen. Als noodmaatregel kan
hij wel met dit voorstel meegaan.
De heer Meeuwenoord merkt op, dat, waar Burge-
meester en Wethouders een blanco crediet vragen, er
wel geld is om grootere woningen te bouwen. Als er
geen ruimte op dezen grond is om grootere woningen
te bouwen laat men dan, aldus spreker, als overgang
de woningen wat luxueuser bouwen dan de bestaande
in de Bankastraat, door b.v. het aanbrengen van top-
gevels. Hij is van meening, dat als bij Burgemeester
en Wethouders de ernstige wil aanwezig is om zoo
groot mogelijke woningen te bouwen, het wel moge-
lijk is aan zijn wenschen tegemoet te komen.
De heer Jonckbloedt zegt, dat de Wethouder het
idee van den heer Meeuwenoord sympathiek vindt,
doch desondanks het niet uitvoerbaar noemt. Spreker
kan zich niet voorstellen dat dit niet kan. Hij gelooft
niet dat het veel duurder zal zijn als daar woningen
worden gebouwd die grooter zijn. Spreker dringt op
een toezegging van Burgemeester en Wethouders aan
dat in dezen geest wat gedaan wordt. Spreker doet