136
30 Juni 1938.
De heer Dr. Droog, Wethouder, staat verwonderd
over het gesprokene door den heer Disselkoen. Spre-
ker dacht een pluimpje in ontvangst te kunnen nemen
voor het voorstel tot het bouwen van zes arbeiders-
woningen. Hierover is niet gepraat, doch hier is wat
gedaan. Hij hoopt dat de Raad dit voorstel zal aan-
nemen, omdat de Commissie van Openbare Werken
hiermede eenstemmig accoord ging. De dienst van
Openbare Werken weet wat aan diverse woningen
mankeert. De gegevens van „Beter Wonen", die zouden
pleiten voor het bouwen van arbeiderswoningen, heeft
spreker nooit gekregen. Burgemeester en Wethouders
zijn begonnen met practisch werk te doen, omdat er
voor af te keuren woningen andere woningen moeten
komen. Hier zag spreker een gaatje om gelijke wo-
ningen te bouwen.
De Voorzitter antwoordt den heer Disselkoen, dat
de Inspecteur van de Volksgezondheid geruimen tijd
geleden bij hem is geweest, waarbij toen over arbei-
derswoningen in 't algemeen en ook over enkele details
is gesproken. Spreker heeft den Inspecteur toen echter
naar Wethouder Dr. Droog verwezen, omdat deze den
woningbouw behandelt.
De heer Dr. Droog, Wethouder, verklaart, dat de
Inspecteur van de Volksgezondheid nimmer bij hem
is geweest.
De heer Van der Erf wil wel een pluimpje geven
voor den voorgestelden bouw van arbeiderswoningen,
maar de Wethouder zal toch moeten toegeven dat het
aantal, ten opzichte van het benoodigde aantal arbei-
derswoningen, klein is. De inspecteur van de Volks-
gezondheid is in elk geval goed ingelicht, dat hier te
weinig goedkoope arbeiderswoningen zijn. Ook spreker
heeft indertijd gezegd dat er een tekort is aan arbei-
derswoningen waarvan de huur door den gemiddelden
arbeider betaald kan worden. Spreker vraagt in welk
stadium de bouwplannen staan van „Beter Wonen".
Het lijkt den Voorzitter op 't oogenblik niet het
juiste moment om deze vraag te doen.
De beschouwingen moeten door Burgemeester en
Wethouders aan Qedeputeerde Staten worden gezonden
en wanneer daartoe aanleiding bestaat zullen deze zeker
aan den Raad ter kennis worden gebracht, waarna ze