192
27 October 1938.
De heer Disselkoen acht het mogelijk, dat Burge-
meester en Wethouders al gelegenheid tot beraad over
de amendementen hebben gehad. Spreker zou gaarne
zien dat als Burgemeester en Wethouders zich gereed
achten en voelen om hun meening daarover weer te
geven, de discussie over dit voorstel geopend werd.
De heer Van der Erf zou dan zijn amendementen nu
kunnen toelichten.
De Voorzitter zegt dat dit onderwerp een punt van
bespreking in de vergadering van Burgemeester en
Wethouders heeft uitgemaakt.
De heer Jonckbloedt vindt het beter dit voorstel
aan te houden.
De Voorzitter zegt dat Burgemeester en Wethou-
ders het op prijs stellen een toelichting op de amen-
dementen te krijgen.
De heer Van der Erf merkt op dat indiening van
deze amendementen moeilijk vlugger had kunnen ge-
schieden. Spreker heeft geen bezwaar tegen aanhouding
van dit voorstel. Alsdan kan tijd gevonden worden de
amendementen schriftelijk toe te lichten. Zoo brandend
acht hij de zaak niet.
De heer Disselkoen vraagt of er geen bezwaar tegen
is de tijdelijke voorzieningen nog een maand te ver-
Iengen.
De Voorzitter ziet daar geen bezwaar in.
De heer Rijkes zag gaarne dat door den heer Van
der Erf niet op t laatste oogenblik een toelichting
werd gegeven, opdat Burgemeester en Wethouders
voldoenden tijd hebben om préeadvies uit te brengen.
Het voorstel tot aanhouding van dit agenda-punt,
voldoende ondersteund zijnde, wordt vervolgens zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter
deze vergadering.
De Voorzitter,