186
27 October 1938.
84. lOe Wijziging Algemeene Politie-verordening.
□e heer Kromhout zegt den Voorzitter dank voor
dit voorstel. Spreker acht evenwel de aangegeven plaats
van dit artikel in de Politie-verordening, n.l. in Hoofd-
stuk III, Afd. I „Van den openbaren weg" minderjuist,
omdat dit onderwerp met den openbaren weg weinig
te maken heeft. Z.i. is dit artikel beter in Hoofdstuk
VII „Van de gezondheidspolitie" Ie Afd., na artikel
165 in te Iasschen.
Den heer De Tello schenkt de redactie van dit ar-
tikel geen bevrediging. Hierin wordt n.l. gesproken
over afval van land- en tuinbouwproducten. Het kan
echter gebeuren dat de tuinders verschillende groenten
als andijvie, sla enz. niet kunnen verkoopen en ze dan
door middel van verbranding willen vernietigen. Spre-
ker is van meening dat aan de hand van het voorge-
stelde artikel hier weinig tegen te doen zou zijn.
De Voorzitter gelooft dat groente die niet voor de
consumptie kan worden verkocht en daarom vernietigd
behoort te worden, onder het begrip „afval" kan val-
'en. Spreker hoopt echter dat dergelijke vernietiging
zich zoo min mogelijk zal voordoen.
De heer De Teilo is van meening dat als beweerd
wordt dat hetgeen men wil verbranden geen afval is,
doch voor consumptie geschikte groente, de verbran-
ding in de open lucht volgens deze redactie niet ver-
boden is.
De heer Van Unen is het opgevallen dat bijna om
de vergadering een wijziging van de politieverordening
wordt voorgesteld. Spreker vraagt of het niet gemak-
kelijker zou zijn een verordening te maken waarin
opgenomen wordt wat nog wel mag.
De Voorzitter betwijfelt of dit nu wei gemakkelijker
zou zijn. De opmerking van den heer Van Unen zou
spreker kunnen plaatsen als hij b.v. 15 nieuwe arti-
kelen had voorgesteld inplaats van 1. Over het euvel
hetwelk door dit artikel ondervangen wordt zijn ech-
ter vele klachten binnengekomen. Spreker was op de
opmerking van den heer Kromhout niet voorbereid.
De aangegeven plaats kan in verband staan met de
strafbepaling. Spreker gelooft niet dat er overwegend
bezwaar tegen is als het artikel in Hoofdstuk III blijft
opgenomen.