24 November 1938.
207
van de in te stellen Commissie van Advies te blijven
belasten, doch hij hecht voor zich aan deze geste geen
groote waarde, ook al zou het amendement van den
heer van der Erf, wat betreft het wekelijks vergaderen,
worden aangenomen. Spreker is nog steeds de meening
toegedaan, dat degenen, die den steun van Maatschap-
peiijk Hulpbetoon noodig hebben, het best gediend zul-
Jen zijn, indien het Bestuur van Maatschappeiijk Huip-
betoon in zijn tegenwoordigen vorm behouden blijtt.
Len uestuur n.l. hetwelk is samengesteld uit menschen
van verschiliende richtingen, die hun taak met liefde en
sociaal gevoel geheel belangeloos vervullen, menschen
met levenservarmg, die indien noodig, weten te geven
en te nemen. Men moet trachten dit Bestuur te behouden
en dit niet doen vervangen door ambtenaren. Ambtena-
ren, die hoe correct en keurig in de puntjes zij alles
zullen verzorgen, toch aiies ook ambteiijk zulien be-
handelen.
Ook het gemeentebelang is volgens spreker er nietj
mee gediend. De voorstening wordt gewekt, dat de
kosten voor het overbrengen van den Dienst van Maat-
schappelijk Hulpbetoon naar het College van Burge-
meester en Wethouders en wat daaraan vast zit, j 600.
per jaar méér zuiien bedragen. Zonder meer kan door
spreker niet beoordeeld worden of dit cijfer juist is,
maar hij heeft alle reden om aan te nemen, dat de
toekomst anders zal leeren. Spreker verwijst naar
Beverwijk inet zijn 15 ambtenaren en vraagt of het
daar beter gaat.
Artikel 28 van de Armenwet, aldus spreker, geeft aan,
dat particuliere armenzorg nunnner één moet zijn en de
gemeente aanvullend werk moet verrichten. De tijds-
omstandigheden hebben de particuliere instellingen van
weldadigheid op den achtergrond gebracht, maar de
geest van de wet is vôôr alles, particuliere bijstand.
Laat dit zoo blijven. Er is in onze gemeente allerminst
aanleiding om in den bestaanden toestand verandering
te brengen.
Ten aanzien van de amendementen van den heer Van
der Erf merkt spreker op, dat ais deze het eerst in
stemming zuilen worden gebracht, hij, van den nood
een deugd makende, daaraan inisschien zijn stem zal
geven, omdat, wanneer het voorstel van Burgemeester
en Wethouders mocht worden aangenomen, door hem
aan het geamendeerde voorstel de voorkeur wordt ge-