24 November 1938.
209
gelegde memorie van toelichting. In verband hiermede
stelt spreker de vraag, wat de meening van de Com-
missie voor Maatschappelijk Hulpbetoon was tijdens het
gehouden mondeling overleg. Voor een juiste beoordee-
ling van de mérites van dit voorstel wenscht hij persé
de zienswijze dezer commissie te kennen. Hij meent daar
als raadslid recht op te hebben. Verder, aldus spreker,
blijkt uit hetgeen het gedelegeerde lid der Commissie
zoo juist heeft gezegd, dat diens advies in het geheel
niet gevraagd is. Enkele maanden geleden is er in den
Raad omtrent deze functie zooveel te doen geweest.
Immers er moest een gedelegeerde benoemd worden,
die de schakel tusschen Burgemeester en Wethouders
en de Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon zou
zijn. Deze functie was dermate belangrijk en noodig,
dat indien er iets mocht gebeuren, in welke richting dan
ook, het gedelegeerd lid als een wachter gereed zou
staan. En het advies van dat lid, van dezen functionaris,
wordt eenvoudig niet gevraagd. Burgemeester en Wet-
houders zien blijkbaar de belangrijkheid van deze func-
tie zoo in, dat op de zienswijze van den gedelegeerde
geen prijs wordt gesteld. Zulks heeft spreker tenniinste
moeten beluisteren uit de zoo juist door den heer Jonck-
bloedt gesproken woorden. Nu mag men over deze
wijze van doen denken zooals men wil, doch een der-
gelijke negatie treft althans spreker bijzonder onaan-
genaam.
Burgemeester en Wethouders zeggen in de toelich-
ting, dat de nu ontworpen regeling niet goedkooper,
doch f 600.— duurder zal worden. Spreker vreest, dat
deze 600.in de practijk zeker met eenige honderden
guldens overschreden zal worden, wil de nieuwe vorm,
door Burgemeester en Wethouders voorgesteld, goed en
naar wensch functioneeren. Deze meerdere uitgaaf
wordt gevraagd in een tijd waarin iedereen, niemand
uitgezonderd, om een vermindering van lasten roept.
Daarbij gevoegd de reeds aangekondigde nieuwe be-
lastingwetten, spreker denkt hier aan de eventueele in-
voering der forensenbelasting, die volgens een couran-
tenbericht en van bevoegde zijde, voor onze gemeente
eene mindere ontvangst zal beteekenen van ongeveer
f 30.000.dan wil dat zeggen, dat er van eene be-
lastingvermindering of een tariefsverlaging wellicht geen
sprake kan zijn en dus zuinigheid vooralsnog geboden
is. Spreker vestigt de aandacht op een courantenartikel
