212
24 November 1938.
woordelijkheid. De toelichting immers zegt: „een insti-
tuut met een sociaal karakter, waarvan de ambtenaren
niet gebonden moeten zijn aan voorschriften."
Intusschen, aldus spreker, is er een vreemde toestand
geschapen. Het geheele college stelt een omlijnd plan
voor, dat op een logischen gedachtengang berust. Een
drietal, aan een lid van het College nauw verwante
raadsleden, dienen voorstellen in, die dien logischen
gedachtengang als onjuist qualificeeren en het lid van
het College sluit zich daarna hierbij aan, in plaats van
zich tegen die amendementen, die feitelijk tegenvoor-
stellen zijn, te verzetten. Die vreemde toestand wordt
nog vreemder, als men de toelichting op deze tegen-
voorstellen leest, in welke toelichting van twee vol-
komen onjuiste uitgangspunten voor het gemeentebe-
leid in deze, wordt uitgegaan. Ten eerste wenscht men
een geineentelijken dienst, los van de secretarie. Spre-
ker vraagt zich af, hoe dat eigenlijk kan en of rnen
hierbij denkt aan zooiets als den Dienst van Openbare
Werken. Bovendien wenscht men, dat de dienst niet
door administratieve ambtenaren zou worden uitge-
voerd en dat die ambtenaren geen voorschriften zou-
den hebben, waaraan zij, omdat zij een sociaal inzicht
en een ruimen blik moeten hebben, niet gebonden zou-
den zijn. Spreker vraagt, wat dat voor een wonder-
baarlijke dienst is en of de Raad moet denken, dat de
huidige ambtenaren van de secretarie geen sociaal in-
zicht en geen ruimen blik hebben. Het is, merkt spreker
op, net alsof deze voortreffelijke eigenschappen, die in
ieder mensch, dat voor de geineenschap werkt, onont-
beerlijk zijn, niet noodig zijn voor den overigen arbeid
van het gemeentebestuur of dat, als zij van voorschrif-
ten omtrent hun werk plegen af te wijken, dan blijk
geven geen sociaal gevoel te bezitten en geen ruimen
blik. Deze dingen zijn in een aan den Raad voorgelegd
officieel stuk beweerd en daarmede is volkomen ten
onrechte een smet geworpen op ons ambtenarencorps.
Deze woorden staan in de officieele, natuurlijk wel-
overdachte, toelichting, waarom spreker gevraagd heeft,
omdat hij wel eens de motieven wilde hooren, die be-
stonden voor dat ,,los van de secretarie"! In het prae-
advies staat te lezen, dat het CoIIege van Burgemeester
en Wethouders, spreker vraagt zich af of hier nu weer
alleen de meerderheid van dat college wordt bedoeld,
door die motieven minder aangenaam is getroffen en hij