222
24 November 1938.
schelijk leed en dat individueel leed niet zouden willen
verzachten. Maar, aldus spreker, sociale politiek, beleid
dat ten doel heeft in de nooden en gebreken der maat-
schappij te voorzien, dat de achterstelling van de arbei-
dersklasse in economisch opzicht wil beëindigen, dat is
inderdaad van dit college niet te verwachten. Dit is
echter geen kwaal van vandaag of gisteren. Met die
kwaal van dit college en zijn leden was de heer Van der
Erf 12 jaar geleden bekend en 8 jaar geleden en 4 jaar
geleden. Maar telkens opnieuw heeft hij weer meege-
holpen om dit college te handhaven. En nu zegt het
college terecht, wie je ook benoemt, ambtenaar, chef,
directeur of loopjongen, hij zal doen wat wij voorschrij-
ven. Er komt in Heemstede geen sociale poiitiek, niet in
de armenzorg, niet in de tarieven, niet in den woning-
b°uw, als de heer van der Erf op het beslissende
moment niet zorgt, dat in het college de menschen
komen, die dat sociaal gevoel zullen hebben. Als spre-
kers fractie wellicht voor het le amendement stemt, dan
doet zij dat niet in de naïeve hoop, dat daardoor in
Heemstede sociale politiek zal worden gevoerd, maar
omdat door een Dienst een iets grootere mogelijkheid
wordt geschapen voor het stevig aanpakken van de
vraagstukken, die spreker zooeven heeft aangestipt.
Spreker geiooft niet, dat dit apparaat door Burgemees-
ter en Wethouders zal worden benut, zooals hij zou
willen, maar hij zou bereid kunnen zijn het apparaat in
iedei geval te helpen tot stand brengen. Ten aanzien
van het 2e amendement merkt spreker op, dat de Raad
zoo min mogelijk bevoegdheden moet delegeeren. Hier
is geen sprake van vertrouwen of wantrouwen, doch een
uitvloeisel van het standpunt, dat de Raad het hoofd
der gemeente is en zelf moet besiissen. Voor allerlei
adviescommissies met zelfstandige taak, ook dus b.v.
v°or het Bestuur van Maatschappelijk Hulpbetoon, zoo-
als tot nu toe geschiedde, prefereert spreker het be-
noemen daarvan door den Raad. Spreker is van mee-
ning, dat het hier echter een ander geval betreft. Het
gaat er nu over de Armenzorg op te dragen aan Bur-
gemeester en Wethouders, maar dan moet het voor
hen ook mogelijk gemaakt worden daarvoor ten volle
de verantwoordelijkheid te dragen. Ten aanzien van de
werkloozenzorg was dit geen bezwaar en is de regeling
aan Burgeineester en Wethouders gelaten. Verder sluit
spreker zich geheel aan bij het door den heer Voors