234
24 November 1938.
aanbeveling van Burgerneester en Wethouders, in strijd
is niet het ambtenarenreglement. 't Kan zijn, dat de
heer Rijkes gelijk heeft, maar spreker wil constateeren,
dat Burgemeester en Wethouders dit dan ook niet ge-
weten hebben, want anders zouden zij zeer zeker wet
met een strijdmiddel tegen dit amendement zijn ge-
komen. Dat zij dit niet gedaan hebben, is voor spreker
aanleiding te veronderstetlen, dat de heer Rijkes onge-
lijk heeft. Naar aanleiding van het gesprokene door den
heer Voors, merkt spreker op, dat deze tusschen de
regels door heeft gelezen. Spreker noemt, dat als de
heer Voors uit de toelichting gelezen heeft, „dat die
ambtenaren geen voorschriften zouden moeten hebben,
waaraan zij, omdat zij een sociaal inzicht hebben en
een ruimen blik, niet gebonden zouden zijn" diens con-
clusie onjuist. Spreker ontkent gezegd te hebben, dat
ambtenaren geen ruimen blik en sociaal gevoel zouden
hebben. Waar door den heer Van Unen de politiek er
bij gehaald wordt, merkt spreker op, dat uit het uit-
eenvallen over dit onderwerp van de R.K. fractie, zeer
duidelijk blijkt, dat hier van politiek geen sprake is,
doch alleen verschil van inzicht. De R.K. Staatspartij
is op het gebied der economie een heterogene massa,
terwijl zij er zich op kan beroemen, dat op het gebiecf
van gemeente- en staatsbeleicl, verschil van meening^
mogelijk blijft.
De heer Disselkoen, aldus spreker, kon moeilijk ver-
wachten, dat de toelichting zoo ruim zou zijn, dat diens.
wenschen daarin te vinden zouden zijn. Spreker komt
tegen de bewering van den heer Disselkoen op, als zou
uit de amendementen te lezen zijn, dat bij Burgemees-
ter en Wethouders het sociaal gevoel ontbreekt. Het is
volgens spreker algemeen bekend, dat de R.K. fractie
medegewerkt heeft aan de tegenwoordige samenstelling
van het College van Burgemeester en Wethouders. Het
zal den heer Disselkoen wel genoegen doen te ver-
nemen, dat sprekers fractie vöôr de volgende verkie-
zing van de Wethouders, met de S.D. fractie nog wel
eens zal praten. Wanneer uit sprekers toelichting kan
worden opgemaakt, dat hierin een element van wan-
trouwen ten opzichte van Burgemeester en Wethouders.
schuilt, dan betreurt hij dit zeer sterk. Het was zijn
bedoeling een instituut samen te stellen, dat aan alle
eischen zou voldoen. Tot den heer Kromhout zou spre-
ker nog willen zeggen, dat spreker de laatste is, die