25 Mei 1939.
205
zijn. Als dit percentage er niet is, dan kunnen de eige-
naren huren vragen die te hoog zijn. Hier is echter een
bijzonder geval aanwezig, omdat er zooveel arbeiders
uit andere plaatsen in Heemstede wonen. Voor eigen
inwoners is er wel een 20 over. Door onze goede
steunregeling is echter moeilijk bereikbaar, dat de toe-
vloed van arbeiders van buiten wordt verhinderd.
Spreker zegt den heer Kromhout toe, dat diens vra-
gen over gegevens die uitwijzen dat werkloozen zich
hier vestigen en een gespecificeerde opgave voor ieder
jaar, van het aantal opgeruimde krotwoningen, in de
Commissie voor Openbare Werken onder de oogen zul-
len worden gezien en de gevraagde gegevens nader in
het rapport zullen worden verwerkt.
De Voorüitter zegt, dat nu de behandeling van de
nota van Burgemeester en Wethouders heeft plaats ge-
vonden, wel gebleken is, dat de zaak nog niet geheel
rijp is, waarom spreker voorstelt, de discussie hierover
te sluiten.
De heer Disselkoen is hier tegen, omdat hij wenscht
te repliceeren.
De Voorzitter antwoordt, dat deze zaak toch later
weer behandeld wordt.
De heer van der Erf iijkt het vreemd, om, nu de nota
behandeld wordt, de besprekingen ineens af te snijden.
In eerste instantie is nu 't woord gevoerd. Het komt
spreker volkomen logisch voor de zaak verder te be-
handelen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, is van meening, dat,
nu toch geen conclusie genomen kan worden, het beter
is niet in derde instantie te spreken.
De heer Disselkoen rnerkt op, dat in het reglement
van orde is vastgelegd, dat de voorsteller het Iaatste
woord heeft. Of spreker van dat recht gebruik zal
inaken, weet hij nog niet, doch hij wil er niet bij voor-
baat afstand van doen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat altijd een
voorstel van orde mag gedaan worden. Als er een voor-
stel komt om de discussies af te breken, dan mag ook
de voorsteller het woord niet meer voeren. Spreker stelt
voor, eerst de andere raadsleden te laten repliceeren