206
25 Mei 1939.
en dan 't laatst den heer Disselkoen, die dan tevens alle
heeren weer kan beantwoorden.
Dit voorstel wordt algemeen goedgevonden.
De heer Disselkoen zegt, dat waar geen der heeren
ineer 't woord verlangt, hij dus direct zal repliceeren.
De heer Rijkes, aldus spreker, heeft alleen de nota van
Burgemeester en Wethouders nog eens voorgelezen en
zoodoende niet veel nieuws gebracht. Spreker heeft
met belangstelling geluisterd naar de zeer algemeene
opmerking van den heer Rijkes, dat de dure woningen,
die door arbeiders worden verlaten, door arbeiders van
elders worden betrokken, die kennelijk op de gunstige
steunregeling voor de werkloozen zouden afkomen.
Spreker weet niet, over welke gegevens de heer Rijkes
beschikt. ln de Commissie voor de Werkloozenzorg
zijn echter indertijd gegevens overgelegd. Spreker vindt
het onbeteekenend, 'dat op de 3 400 werkloozen, die
ondersteund werden, er 3 of 4 van elders bijkwamen,
die binnen 2 jaar om steun aanklopten. Voor deze be-
duchtheid bestaat dus geen grond. Verder heeft de heer
Rijkes gezegd, dat hij wel wenscht mede te werken aan
den bouw van arbeiderswoningen voor ouden van dagen
en voor groote gezinnen. Spreker hoopt echter, dat de
heer Rijkes nog wel zooveel jeugdig vuur heeft, dat hij
ook de trouwlustigen aan een goedkoope woning wil
helpen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, „Als ze in Heem-
stede blijven."
De heer Disselkoen veronderstelt, dat als iemand
niet in Heemstede gaat wonen, hij daar ook geen woning
noodig heeft.
Met het gesprokene door den heer van der Erf is
spreker het eens. Niet echter met den heer Jonckbloedt,
over wien spreker hoogelijk verbaasd is, omdat de
heer Jonckbloedt de zaak omdraait. De Commissie voor
Openbare Werken toch, heeft deze zaak nu al 16 maan-
den lang onder zich. De Wethouder staat hier buiten.
Deze heeft 4 maanden geleden een nota van Burge-
meester en Wethouders in den Raad gebracht. Maar,
vraagt spreker, wat heeft de Commissie voor Openbare
Werken eigener beweging in de laatste 4 maanden ge-
daan. Spreker kan zich er niet mee vereenigen, dat de
Commissie voor Openbare Werken met de behandeling