29 Juni 1939.
223
waren daarbij getuigen, een mededeeling van iemand,
die het z.i. wel kon weten, dat wel degelijk in ver-
schillende gemeenten de invloed van dezen maatregel
merkbaar was. De tijd was te kort om deze mededeeling
te controleeren, maar spreker heett geen reden daar
maar een oogenblik aan te twijfelen.
Oni al deze redenen kan spreker zich tot zijn spijt
niet met het standpunt van de meerderheid van het
College van Burgemeester en Wethouders vereenigen.
Hij stelt dan ook, mede namens zijn fractiegenooten,
voor, de steunregeling in dien zin te wijzigen, dat in-
komsten van meisjes, door gezinsarbeid van huishoude-
lijken aard verkregen, voor de berekening van den
werkloozensteun buiten beschouwing zullen blijven.
De heer van der Erf merkt op, dat de heer van der
Linden zeer duidelijk de ideëele beteekenis van den ge-
vraagden maatregel belicht heeft. Spreker wil tevens
nog zeggen, dat'hij de houding van Burgemeester en
Wethouders zeer eigenaardig vindt. Hun positie is z.i.
niet erg aanlokkelijk. Burgemeester en Wethouders
zullen toch wel begrijpen, dat het voor de gezinnen der
werkloozen een groote teleurstelling is, niet alleen, dat
er zoo lang op een beslissing moest worden gev/acht,
doch vooral ook, dat Burgemeester en Wethouders nu
op hun oorspronkelijke toezegging terugkomen. Er is,
volgens spreker, reeds in andere gemeenten gebleken,
dat in verschillende industrieën door dezen maatregel
gebrek aan vrouwelijk personeel is ontstaan. Spreker
kan dan ook niet onderschrijven, dat de te treffen maat-
regel in deze gemeente niet het gewenschte gevolg zal
hebben. Spreker wil het voorstel van den heer van der
Linden met klem ondersteunen en zou gaarne zien, dat
voor dit voorstel een meerderheid werd gevonden.
De heer Voors meent, dat bij den Raad het inzicht
moet bestaan, dat in andere gemeenten op dit onder-
deel een regeling zal tot stand zijn gekomen, op grond
van daar bestaande verhoudingen en toestanden. Indien
men dan invoering van dezen maatregel wenscht, dan
dient men zich rekenschap te geven, dat hier andere
verhoudingen en omstandigheden zijn dan elders. Een
geheel andere omstandigheid b.v. is het, dat in deze
gemeente een eigen steunregeling geldt. Dat maakt in-
voering van dezen maatregel voor deze gemeente kost-
baarder. Van een bepaalde Heemsteedsche moeilijk-
