1 September 1939. 283 De heer De Tello merkt op, dat, als het reglement van orde hiervoor geen beletsel vormde, hij uit eer- bied voor den ouderdom zou zijn opgestaan. Spreker wil dan ook niet nalaten, vanaf deze plaats getuigenis af te leggen van zijn hoogachting ten opzichte van Dr. Droog. De S. D.-fractie heeft menigmaal de degens met hem gekruist, maar liet ook niet na waar het kon, den Wethouder te steunen, omdat zij steeds overtuigd was van de faire houding van den Wethouder. Dr. Droog is ook de S. D.-fractie bij zijn arbeid in den Raad, steeds tot leering geweest. Zooals het bij ein- diging van een wedstrijd in de sport gebruikelijk is elkaar een eeresaluut te brengen, zoo brengt hij door middel van een handdruk een eeresaluut aan den Wethouder, waarin tevens de waardeering van diens arbeid ligt opgesloten. (Applaus). De heer Mr. von Meyenfeldt zegt, dat hij in zijn vorige werkkring onder de stukken die hem ter be- oordeeling werden voorgelegd en waarmede hij zich kon vereenigen, de aanteekening „conform" plaatste. Nadat zoo velen hulde hebben gebracht aan Dr. Droog en de beteekenis van diens arbeid voor de gemeente hebben belicht, wil spreker volstaan met de aantee- kening „conform" en zich mede aansluiten bij de geuite goede wenschen. (Applaus). De Secretaris, van den Voorzitter verlof verkrij- gende het woord te voeren, zegt, dat, als van de zestien bazen er vier heengaan, zulks tot weemoed stemt, vooral als gezegd kan worden, dat met die patroons altijd vriendschappelijk is samengewerkt. Spreker is dan ook buitengewoon erkentelijk voor de gesproken woorden van afscheid tot hem en de amb- tenaren en betuigt daarvoor, mede namens het amb- tenarencorps, zijn dank. Spreker wil hier nog eens uitspreken, dat het streven der ambtenaren er op ge- richt is, de belangen der gemeente naar voren te brengen Het is vooral in de afgeloopen weken dui- delijk gebleken, dat de ambtenaren onvermoeibaar hun plicht doen en voor hun werk staan. Spreker hoopt dat het de scheidende raadsleden goed moge gaan en roept hen, met den heer Meeuwenoord, een „tot ziens" toe. Dit weerkeeren, aldus spreker, in den Raad, ligt echter niet in de hand der ambtenaren, omdat zij op

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 11