10 Octobor 1939.
Haarlem in de daaraan voorafgaande maand geleverde
gas een rekening ingediend.
Deze rekening bevat:
le. één twaalfde deel van het jaarlijks verschuldigd
vastrechtbedrag als is vastgesteld in art. 11, sub 1;
2e. het bedrag, dat Heemstede aan Haarlem is ver-
schuldigd voor het in de daaraan voorafgaande maand
geleverde gas, berekend volgens het bepaalde in art. 11,
sub 2;
3e. hetgeen Heemstede aan Haarlem is verschuldigd
volgens art. 11, sub 3, gebaseerd op een voorloopigen
kolenprijs, ten naastenbij beantwoordende aan den
kolenprijs, geldende tijdens de maand, waarop de reke-
ning betrekking heeft.
Het aldus verschuldigde zal door Heemstede worden
voldaan vöör het begin der daaropvolgende maand ten
kantore van den Directeur van den incassodienst der
gemeente Haarlem.
In de maand Januari zal door Haarlem een definitieve
rekening worden ingediend voor de nadere afrekening
over het voorafgaande kalenderjaar, volgens art. 11,
sub 3, waarbij dan tevens de afrekening geschiedt van
het bepaalde in art. 10.
De betaling van het aldus verschuldigde zal geschie-
den vöôr 1 Maart, volgende op het indienen der
rekening.
Art. 9.
Hoeveel'neid van te leveren gas.
Haarlem verbindt zich, behoudens verhindering door
overmacht, waaronder mede is begrepen gasrantsoenee-
ring, als gevolg van oorlogstoestand, gedurende den
duur van deze overeenkomst al het benoodigde gas te
leveren tot achter de(n) in art. genoemde(n) hoofdgas-
meter(s) zonder eenige garantie voor hoeveelheid van
de zijde van Heemstede, met dien verstande, dat Haar-
lem in geen enkel etmaal verplicht zal zijn meer gas te
leveren dan 1/220 van de in het betreffende kalender-
jaar redelijk te verwachten normale gaslevering, ge-
baseerd op de gaslevering in het daaraan voorafgaande