424
28 November 1939.
wel het niet gebruikelijk is de brieven van Burgemeester
en Wethouders bij de stukken te leggen, heeft spreker
gemeend het in dit geval te moeten doen om mis-
verstanden te voorkomen. Spreker zal dezen brief nog
eens nader met den Raad bekijken en hem voorlezen.
De inhoud is als volgt: „Wij hebben de eer Uw College
hierbij in dubbel ter goedkeuring toe te zenden het
besluit model D no. 2, tot wijziging van de begrooting
dezer gemeente voor het dienstjaar 1939, benevens een
besluit tot wijziging van de begrooting van het gas-
bedrijf voor dat jaar, zooals deze besluiten zijn vast-
gesteld in de raadsvergadering van 19 dezer."
Op deze alinea, aldus spreker, is z.i. niets aan te
merken.
Vervolg brief.
„In deze vergadering was aan de orde een voorstel
van ons college, tot het aangaan van eene overeen-
komst inzake gaslevering door de gemeente Haarlem
aan onze gemeente, in welk geval het eigen gasproduc-
tiebedrijf zou kunnen worden opgeheven. Met dit voor-
stel kon de meerderheid van den raad zich echter niet
vereenigen, zoodat daarop is gevolgd de beschikbaar-
stelling van een crediet voor het aanbrengen van ver-
schillende vernieuwingen."
In deze tweede alinea, aldus spreker, staat z.i. niets
verkeerds, dat de raadsmeerderheid tot aanmerkingen
aanleiding kan geven. Daarbij dient in aanmer-
king te worden genomen, dat Gedeputeerde Staten over
dit onderwerp, van Haarlem eveneens een brief hebben
ontvangen. Burgemeester en Wethouders zenden bij-
dezen brief de besluiten tot begrootingswijziging ter
goedkeuring toe en zeggen daarbij, dat dit dezelfde aan-
gelegenheid betreft als het gascontract met Haarlem.
Vervolg brief.
,,Met het oog op de bijzondere tijdsomstandigheden-
en de sterke stijging van verschillende inateriaalprijzeiV
is thans spoedige uitvoering van laatstbedoeld besluit
dringend noodzakelijk.
Wij zouden het daarom zeer waardeeren, wanneer
Uw College aan de bedoelde begrootingswijzigingen
op korten termijn Uwe goedkeuring zoudt willen hech-.
ten."
Spreker zou wel eens willen weten, wat tegen de
twee laatste alinea's in te brengen is. Hij gelooft niet,