5
van den voorraad van schoolbehoeften in verband met
de vermindering door verbruik;
overwegende, dat de begrooting der gemeente voor
het jaar 1940, zooals die in zijn vergadering van heden
werd vastgesteid, de volgende bedragen aanwijst voor
de hieronder vermelde uitgaven
overwegende, dat het gemiddeld aantal leerlingen
voor het openbaar gewoon en het uitgebreid lager
onderwijs aan de hand van de laatst bekende gegevens
kan worden gesteld op onderscheidenlijk 720 en 245;
BESLUIT
het bedrag, bedoeld in artikel 55bis, eerste lid, der Lager
onderwijswet 1920, voor het jaar 1940 te bepalen op:
f 9739.30
Y2Öron<^ 13.50 per leerling voor het open-
baar gewoon lager onderwijs, te vermeerderen met
f 0.50 voor administratiekosten, f 14.
gewoon l.o. u.l.o.
instandhouding schoolgebouwenf 1300.— f 950.—
onderhoud schoolrneubelen292.300,—
aanschaffen en onderhouden schooiboeken,
leermiddelen en schoolbehoeften
gewoon l.o. u.l.o.
f 2300.f 1700.
waaronder begrepen
wegens kosten an-
ders dan voor ver-
vanging of aanvul-
ling wegens slijtage 700.—
b 2300.„1000,—
verlichting, verwarming en schoonhouden
der schoolgebouwen5675.— „2900,—
schoolbibliotheken75,— 50.
andere uitgaven, ter verzekering van den
goeden gang van het onderwijs:
gewoonl.o. u.l.o.
pensioensbijdragen f 96.30 f 105.25
overige uitgaven 401,— 100.—
497.30 205.25
Totaal f 10139.30 f 5405.25
Huur gymnastieklokalen400.— 200.—
Blijft f 9739.30 f 5205.50