22 Februari 1940.
een te antwoorden, dat men daarmede geregeld bezig
is en dat in 6 maanden tijd een 35 40 woningen zijn
gecontroleerd, welke niet alle aan de Molenwerfslaan
zijn gelegen, maar ook aan Bleekersvaartweg, Glipper-
weg, Kerklaan, Manpadslaan, Prinsenlaan, Raadhuis-
straat, Voorweg en Zandvoortschelaan.
Van deze woningen verkeerden er 6 in een dusdanigen
toestand, dat ze niet langer voor bewoning geschikt ge-
acht werden zonder algeheele verni'euwing en verbete-
ring. De betreffende aanschrijvingen, aldus spreker, zijn
uitgevaardigd, met het gevolg dat 3 of 4 dezer woningen
reeds ontruimd werden.
Van de overige woningen zijn er, in overleg met de
betrokken eigenaars, reeds Verschillende grondig her-
steld o.a. werd van 3 perceelen het dak hersteld en werd
een perceel van een nieuwen zijgevel voorzien.
Verder deelt spreker nog mede, dat den bewoner van
Bleekersvaartweg 47, welk perceel eveneens voor onbe-
woonbaar verklaring in aanmerking komt, twee andere
huizen werden aangeboden, n.l. aan de Talmastraat en
de Kadijk, waarvan hij echter geen gebruik h'eeft ge-
maakt.
Het bouwen van arbeiderswoningen, waarover de heer
Disselkoen sprak, noemt de wethouder een zeer moeilijk
onderwerp en een vergelijking met de gemeente Bergen
kan spreker ook maar niet zoo aanvaarden, omdat hij
niet weet welk soort huizen het daar betreft. Wel wil hij
met nadruk verklaren nooit te vinden te zijn voor het
koopen van afbraakhuizen. Veel meer voelt spreker dan
voor het verleenen van hypotheek.
Wat de heer Mr. Bakhuizen van den Brink gezegd
heeft over een commissie ad hoc ter bestudeering van
dit onderWerp, heeft sprekers volle aandacht.
Over de omscholing is al veel gesproken, aldus spre-
ker, en de oude leden kennen nu wel het verloop van
de historie, de nieuwe niet.
De op de begrooting voorkomende post van f 2.000.—
is een uitvloeisel van de motie Rijkes, welke bij de b'e-
handeling der vorige begrooting zonder hoofdelijke
stemming werd aangenomen en welke luidde:
„De Raad verzoekt Burgemeester en Wethouders, om
in overleg met het Comité tot ontwikkeling en ontspan-
ning van werkloozen, een zoo volledig mogelijk onder-
zoek in te stellen naar de omscholing van de werklooze