54
22 Februari 1940.
Maar wat als door de algeheele verarming het geraam-
de niet wordt gehaald?
De reserve zou moeten worden aangesproken.
Wie zegt, dat we aan het eind zijn van onze kosten
voor Iuchtbescherming, nu de toestand in de wereld
steeds dreigender wordt?
Verdere kosten zouden uit de reserve moeten komen.
Spreker vreest eentonig te worden, maar hij kan het
niet helpen.
De Raad herinnert zich nog de zeer uitgebreide rnach-
tiging aan Burgemeester en Wethouders gegeven in ver-
band met een eventueele evacuatie.
Wie is blind voor een eventueele uitbreiding der werk-
loosheid en andere. sociale zorgen? En waar moet dat
alles uit komen? Uit de Reserveü
Wie met dit alles als realiteit voor oogen, durft be-
weren dat 37.000.reserve voor een gemeente als
Heemstede te hoog is, geeft z.i. blijk van een zorgeloos-
heid voor de toekomst, die Burgemeester en Wethou-
ders niet deelen, weshalve zij aantasting van de reserve
met klem ontraden.
De heer Rijkes maakt het zich wel gemakkelijk door
van dit punt (punt 2) te zeggen: „eischt mijnerzijds
geen nadere toelichting".
Burgemeester en Wethouders vatten, aldus spreker,
hun taak anders op: ze Iichten, als het ware, elken gul-
den toe en z.i. terecht.
Ten slotte de post van /3.000.uit het Wegen-
fonds. (Over de 580.-- zal spreker als onbeduidend
niet spreken).
„Deze post eischt mijnerzijds geen nadere toelich-
ting", zegt de heer Rijkes. Dat woord ,,nader" doet, vol-
gens spreker, wel zeer vreemd aan, waar hij nergens
toelicht.
Ook in de Commissie voor Openbare Werken, waarin
de heer Rijkes zit, is er met geen woord over gesproken,
nôch Burgemeester en Wethouders in die richting ge-
adviseerd. Het vreemde en het eventueele gevolg daar-.
van, heeft spreker al in het licht gesteld, toen hij het
over de Commissie voor de Bedrijven had.
Namens Burgemeester en Wethouders wil spreker.
nadrukkelijk verklaren, dat zij, nôch de Directeur van^
Openbare Werken, van meening zijn, dat deze /3.000.f
zoogenaamd „vrij" zijn. Wat er nu in dat fonds over is,
