66 22 Februari 1940. voortgaan. Spreker geeft den heer Kamerbeek toe, dat men lang zal moeten zoeken om een beroep te vinden, waarin geen werkloosheid voorkomt. Maar spreker is van meening, dat omscholing tot beroepen waarin pers- pectief ontbreekt, geen zin heeft. Men zal zeker niet iets moeten doen wat doelloos is. De Wethouder heeft gezegd, dat hem alle lust ontbreekt, om na deze uiting van die organisatie daarmede nog te spreken. Spreker kan zich dat begrijpen. Spreker hoopt echter, dat de Wethouder toch de lust heeft behouden om het omscho- lingsvraagstuk in zijn voilen omvang te bezien en te bespreken. De heer jonckbloedt. Wethouder, zegt dit toe. De heer Dtsselkoen vervolgt, dat in de begrooting al heel weinig van een werkplan van Burgemeester en Wet- houders is te vinden. Spreker had dan ook den indruk, dat de Wethouder belust was, om in deze vergadering meerdere werkobjecten te noemen. Spreker is blij, dat de Wethouder dit thans gedaan heeft. Als het tweede door den Wethouder genoemde werk dit jaar ter hand wordt genomen, dan is sprekers fractie bevredigd. Spreker heeft perplex gestaan, dat het door hem ge- vraagde onderzoek van oude woningen, volgens mede- deeling van den Wethouder al begonnen is. Spreker is daarvoor zeer erkentelijk. Ten aanzien van het bespreken van de kwestie van den bouw van arbeiderswoningen, is door den heer Mr. Bakhuizen van den Brink gesproken over het benoemen van een commissie ad hoc, om dit onderwerp in studie te nemen. De leden van den Raad zullen begrijpen, dat hij hier zeer verbaasd over was. ïets wat eerst cloor spreker niet te bereiken was, wordt hem nu zoo maar aangeboden. Spreker zou er stil van worden, waarom hij maar zal zwijgen en afwachten. De heer Van der Linden zegt, dat de Wethouder zich in zijn arbeid inzake de omscholing van arbeiders tot nu toe niet wilde laten beïnvloeden door de organisaties te hooren. Hij heeft nu echter gezegd, dat hij een bepaalde organisatie hierin niet zal kennen. Hij spreekt daarbij evenwel niet over het vragen van de meening van andere organisaties. Spreker is na het antwoord van den Wet- houder aan den heer Disselkoen daaromtrent echter ge- rustgesteld. De heer Rijkes wil niet al te vasthoudend blijven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1940 | | pagina 56