74
22 Februari 1940.
De heer Jonckbloedt, Wethouder, antwoordt dat
wel een opschuiving zal plaats vinden van bosch- en
plantsoenwerker naar len bosch- en plantsoenwerker.
De heer Van der Erf is het hiermede niet eens
omdat dit in strijd is met het genomen raadsbesluit'
bpreker is van meening, dat, als nu een vakman wordt
oenoemd, de aangegeven weg moet worden gevolgd.
Voor diî ioon kan z. i. een vakman worden verlangd.
Door maar steeds iemand tusschen te schuiven die
men a! heeft, worden menschen met meer vakkennis
gepasseerd. Spreker is van oordeel, dat in dit geval
ee" algemeene oproeping dient te geschieden, onge-
acht of degene die eventuee! zou opschuiven de ver-
eischte kwaliteiten bezit.
De heer Jonckbloedt, Wethouder, meent, dat de
heer Van der Erf het laatste er af moet laten.
De heer Van der Erf vraagt of degene die zal op-
schuiven, kan bogen op een diploma van een vak-
scnool.
De heer Rijkes meent, dat de heer Van der Erf
zich vergist. Spreker weet wel, dat er indertijd over
benoemingen is gesproken, maar dat er geen raads-
besluit is genomen in den geest als door den heer
Van der Erf naar voren is gebracht. Toen is n.l. gevraagd
of het niet mogelijk was, dat een benoeming, voordat
Burgemeester en Wethouders daartoe overgaan, eerst
in de desbetreffende raadscommissie wordt bekeken.
De heer Van Unen, Wethouder, zegt, dat men
theoretiseh wel kan zeggen, dat voor een vacature de
beste man kan worden verkregen bij een algemeene
oproepmg, doch spreker wijst er op, dat hierin een
practisch nadeeJ ligt opgesloten. Spreker heeft in de
practijk altijd zoo gewerkt, dat, als er een beter baan-
tje te vervullen was, hij eerst onder de eigen men-
schen heeft gezocht. Indien men bij een vacature
menschen buiten het corps neernt, ontneemt men in-
dien ae vacature vervuld kan worden door eigen per-
soneel, aan haar de animo voor en de charme van
haar werk weg. De theorie luidt inderdaad den beste
te nemen die men vinden kan, maar daarnaast dient
men dan toch goed te kijken of er onder het eigen
personeel personen zijn, die voor promotie in aanmer-
king komen.